NOS NieuwsAangepast

Sobere AutoRAI opent deuren

Door verslaggever Louis Dekker.

De zeecontainers, de zwarte gordijnen en de crisissfeer van 2009 zijn verdwenen. De auto's staan gewoon weer als vanouds bij elkaar op zogenoemde merkenstands.

'Het grootste autofeest van Nederland' opende vandaag de deuren voor het publiek, maar de sfeer is nog niet echt opgewekt. In de woorden van een bezoeker uit het oosten van het land: "Ik zie weinig feest, ik zie vooral auto's die op een rijtje staan en enorme gangpaden. Ze verwachten kennelijk heel veel bezoekers, m aar het komt nog wat kaal over zo."

Gisteren op de persdag was de onzekere situatie bij Saab de donkere wolk die het gesprek van de dag domineerde. Vandaag draait het om de autoliefhebbers die zich urenlang kunnen vermaken door van auto naar auto te hoppen. Wellustig poseren ze -het zijn nog steeds overwegend mannen- in iets te prijzige en opzichtige bolides, liefst met een overdosis toeters en bellen.

Doorzettingsvermogen

Niettemin beseffen de automerken dat het allemaal niet té uitbundig moet. De crisis is voorbij, maar de gouden tijden zijn nog lang niet terug. De autoverkopen zitten in de lift en 2011 lijkt een redelijk voorspoedig jaar te worden, maar feit is dat de plussen in de markt vooral worden veroorzaakt door de verkoop van kleine, zuinige, goedkope auto's. Die auto's zijn vooral populair doordat de overheid ze stimuleert. Niet voor niets wordt minister De Jager van Financiën hier gekscherend 'de beste autoverkoper van Nederland' genoemd. BPM- en wegenbelastingvrije auto's zijn een hit, auto's met een lage 'bijtelling' ook.

Keerzijde is dat modellen die niét in die categorie vallen veel creativiteit en doorzettingsvermogen van autoverkopers vergen. "Sommige auto's raak je aan de straatstenen niet meer kwijt. Die auto's zie je dus niet op de AutoRAI", zegt een standhouder die anoniem wil blijven.

Heilige koeien

Het is vaak gezegd in de aanloop naar het tweejaarlijkse evenement: dát er anno 2011 nog een AutoRAI is, is te danken aan de uitgeklede very-low-budget-editie van 2009. Voor één keer werden de heilige koeien toen ingedeeld op basis van zogenoemde belevingswerelden. Sportief bij sportief, stadsauto bij stadsauto, family-car bij family-car, groen bij groen, etc.

Het concept sloeg niet aan. Autofabrikanten en importeurs parkeerden met grote tegenzin concurrerende auto's naast elkaar. Het publiek snapte het niet en liet het en masse afweten.

Parkeertarief

De organisatie hoopt dat autominnend Nederland dit jaar wél de weg naar Amsterdam weet te vinden. Vragen over concrete doelstellingen leiden steevast tot vage antwoorden, maar ingewijden bevestigen dat er de komende anderhalve week minstens 300.000 (betalende) bezoekers moeten komen om er hét succes van te maken dat een volgende editie in 2013 rechtvaardigt.

Het is te hopen dat bezoekers zich niet laten afschrikken door het afschuwelijke parkeertarief in de RAI-garages. Speciaal voor het evenement is het bedrag verhoogd van 15 naar 20 Euro. De NS speelt daar trouwens handig op in en zorgt voor een extra Intercity-stop op het traject Utrecht-Schiphol.

CO2-uitstoot

De AutoRAI 2011 moet dus vooral een feest zijn waar het hele gezin (kinderen mogen gratis mee) zich urenlang kan vermaken. De organisatie heeft er werk van gemaakt: wie alleen auto's ziet die in slagorde staan geparkeerd doet zichzelf tekort. Er kan veel meer: prijzen winnen met de quiz van de leasemaatschappij, virtueel console-racen in semi-professionele force-feedback-cockpits, kennismaken met elektrisch rijden en chauffeurskunstjes doen op het buitenterrein.

Maar dé trend van deze beurs is minder flitsend: wie zijn ogen de kost geeft en alle stands op een rij zet, moet tot de conclusie komen dat het op de AutoRAI vooral draait om CO2-uitstoot per kilometer. Het is tot en met 23 april dé uitdaging voor de standhouders: klanten van de toekomst uitleggen dat rijden in auto's die weinig uitstoten ook een feest kan zijn.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl