Italië stuurt Tunesische migranten Europa in
Door Thomas Spekschoor in Luxemburg
Europa kan niet voorkomen dat duizenden immigranten uit Noord-Afrika een tijdelijke verblijfsvergunning krijgen in Italië. Italië kondigde dat plan vorige week aan, maar in Europa is er verzet. Veel Europese landen zijn bang dat de immigranten de rest van Europa intrekken en daarna niet meer zijn terug te vinden.
Zo'n 25.000 vluchtelingen uit Noord-Afrika kwamen dit jaar via het eilandje Lampedusa Italië binnen. Italië vroeg vanaf het begin hulp aan andere Europese landen. Die hulp kwam er ook. Europa droeg financieel bij en hielp Italië bij grenscontroles.
Overvallen
Maar voor Italië is dat niet genoeg. De Italiaanse minister van Binnenlandse Zaken Roberto Maroni kwam vanochtend met een duidelijke boodschap bij zijn Europese collega's. Andere landen moeten asielzoekers van Italië overnemen. "Vandaag zullen we zien of er nog solidariteit is in Europa, of dat Europa slechts een geografisch begrip is."
Nederland en andere landen bleken niet bereid om Italië verder te helpen. Minister Leers (Asiel en Immigratie): "Als ik kijk naar de opname van Italië in de laatste jaren dan heeft Italië het heel erg relaxt gedaan, in vergelijking met bijvoorbeeld Nederland. Ik snap de problematiek, en ik snap dat Italië hierdoor ook overvallen is. Maar het kan niet zo zijn dat Italië dan zegt: we spreiden het snel over Europa en dan zijn we van het probleem af."
Kans lijkt klein
Met die houding wint Leers niet veel. De immigranten komen nu op een andere manier alsnog de rest van Europa in. Italië zal een groot deel van de 25.000 immigranten een tijdelijke verblijfsvergunning geven. De komende zes maanden kunnen ze zich vrij bewegen binnen Europa. Dus ook in Nederland.
De kans lijkt klein dat veel van de immigranten ook daadwerkelijk naar Nederland komen. Het grootste deel is Tunesisch. Zij hebben vooral familie in Frankrijk en dus is een verblijf in dat land hun doel. Volgens minister Leers zijn de immigranten juist nodig om hun eigen land op te bouwen.
In de steek gelaten
Hij wil ze zo snel mogelijk terug hebben, onder druk van Europa. "We willen Tunesië economisch helpen, maar die hulp moeten we koppelen aan het terugnemen van asielzoekers." Eerst Tunesiërs terug, dan pas hulp, zegt Leers.
De Italiaanse minister Maroni dreef zijn zin door, maar ging toch kwaad weg uit Luxemburg waar hij zijn collega's ontmoette. "De EU heeft ons op dit punt in de steek gelaten. De andere lidstaten hebben ons gezegd dat we het maar alleen uit moeten zoeken. Nou, ik ben liever alleen dan met dit soort collega's."