Kabinet: korte vluchten relatief zwaarder belast
De vliegtaks die het kabinet wil invoeren, wordt zo'n 7 euro per ticket. Eerder lag nog een variant op tafel met een bedrag van 3,80 euro voor vluchten binnen Europa en van 22 euro bij intercontinentale vluchten.
Maar het kabinet kiest nu voor één tarief, ongeacht de bestemming. Staatssecretaris Snel zei na de ministerraad dat dat ook samenhangt met het effect dat het kabinet wil bereiken. "Als je heel ver vliegt, is het moeilijk om dat met een alternatief middel te doen; als je naar Thailand gaat, kun je niet met de trein. Naar Parijs kan dat wel en juist daarom willen we juist de korte vluchten relatief zwaarder belasten dan de lange."
De belasting geldt voor vluchten die vanuit Nederland vertrekken; mensen die alleen maar in Nederland overstappen, hoeven hier geen taks te betalen.
Vervuilend gedrag kost geld
Snel noemt het belangrijk dat vervuilend gedrag geld kost, zelfs als het effect op het gedrag niet groot is. "We belasten ook als je in de auto of in de trein zit." De staatssecretaris zou op termijn de vliegtaks nog best iets willen verhogen, maar op dit moment gebeurt dat niet.
Naast de belasting op een ticket komt er ook een heffing voor vrachtvluchten. Het bedrag hangt ervan af hoe vervuilend de vliegtuigen zijn en hoeveel lawaai ze maken.
Europa
Het kabinet wil eigenlijk het liefst één vliegbelasting in de hele EU. Snel praat daarover met Europese collega's. Maar het lijkt er niet op dat zulke afspraken er snel komen en daarom bereidt het kabinet een Nederlandse heffing voor. Als er toch een Europese belasting komt, gaat de Nederlandse van tafel.
De voorstellen gaan nu eerst naar de Raad van State. Als het aan Snel ligt, wordt de taks in 2021 ingevoerd. De belasting levert de schatkist waarschijnlijk zo'n 200 miljoen euro per jaar op.