'Kinderen in Oost-Ghouta vragen om de dood, want in de hemel is wel eten'

• Carmen Dorlo

  redacteur Online

De 24-jarige Hamza woont in het zwaar belegerde en gebombardeerde Oost-Ghouta in Syrië. Het bovenstaande bericht stuurde hij afgelopen week, daarna hoorden we 18 uur lang niets meer van hem.

Het is een voorbeeld van de schrijnende situatie in de rebellenenclave nabij Damascus. Hamza verplaatst zich dagelijks van schuilkelder naar schuilkelder om de bombardementen te overleven, net als de andere burgers. "De mensen in de schuilkelders zijn er heel slecht aan toe. Er is geen eten of drinken", legt hij uit.

De vrouwen en kinderen zijn doodsbang. "De kinderen smeken om een staakt-het-vuren zodat ze kunnen leven als normale kinderen. Er zijn zelfs kinderen die vragen om de dood omdat in de hemel wél eten is."

Het Syrische leger probeert sinds een aantal weken Oost-Ghouta terug te veroveren op rebellen. Ongeveer een derde deel van het gebied is heroverd. Dat ging gepaard met veel geweld: minstens 600 mensen van de 400.000 inwoners zijn omgekomen, zeggen de Verenigde Naties.

Over de situatie in Oost-Ghouta is niet heel veel bekend, maar op foto's en video's is te zien dat de inwoners dringend behoefte hebben aan hulp, terwijl op veel plekken de gevechten gewoon door gaan.

De omstandigheden zijn erg verslechterd door de invasie van het regeringsleger. "De winkels zijn allemaal gesloten, men moet leven van wat er in huis is. Als ze nog iets in huis hebben! De meeste mensen leven in kelders of tunnels om de tientallen bommen te ontvluchten. Kinderen hebben ademhalingsproblemen en zien de zon niet meer", vertelt fotograaf Firas Abdullah.

Ook de ziekenhuizen worden gebombardeerd, vertelt de 21-jarige Nour Adam. "Van de 22 ziekenhuizen die er waren, zijn inmiddels minstens 14 verwoest." De gewonden moeten daarom worden behandeld op geïmproviseerde plekken. "En er zijn ook bijna geen medicijnen meer."

"De situatie in Oost-Ghouta is slechter dan ooit", gaat Firas verder. Hij vergelijkt de situatie in de enclave met de Tweede Wereldoorlog. "Oost-Ghouta is het nieuwe Auschwitz, met dezelfde bergen vol doden. We staan allemaal in de rij voor de dood. Het lijkt net alsof de Holocaust weer opnieuw begonnen is, alleen onder een andere leider."

In de regio is een gedeeltelijk staakt-het-vuren uitgeroepen. Tussen 09.00 uur en 14.00 geldt een dagelijkse gevechtspauze. Maar in de praktijk komt daar niets van terecht, zegt Firas. "Het is elke dag weer raden wanneer de bommen zullen vallen. We weten dat er honderden raketten en granaten worden afgevuurd en tientallen bommen zullen vallen, maar wanneer is de vraag. We zijn nooit veilig."

Toch kwam er maandag hulp: toen arriveerden konvooien in Oost-Ghouta met medicijnen en voedsel. Volgens Nour werden de spullen ingenomen door de militairen van het Syrische leger, maar dit is niet te bevestigen. De konvooien moesten snel weer het gebied verlaten door de bombardementen.

"De dagen zijn nog steeds hetzelfde. Met het beetje medische hulp dat we hebben gekregen, kunnen we nog niet eens de helft van de gewonden helpen", vertelt Hamza.

Maar ondanks alles houdt hij toch hoop. "Ik zal nooit bang zijn. Ik heb God aan mijn zijde."