De term #AstroSh werd twee jaar geleden in het leven geroepen.
NOS NieuwsAangepast

Wat #MeToo kan leren van 'grote broer' #AstroSH

Laat de term #MeToo vallen en de meeste mensen weten waar je het over hebt. #AstroSH doet bij een stuk minder mensen een belletje rinkelen. Deze term maakt al twee jaar lang seksuele intimidatie in de wetenschappelijke wereld, die van de astrofysica om precies te zijn, bespreekbaar. Toch blijkt het lastig om daders écht aan te pakken.

Zoek op #AstroSH (SH staat voor sexual harassment) op Twitter en het levert nog steeds dagelijks hits op. Vrouwelijke wetenschappers riepen de hashtag twee jaar terug in het leven toen kort na elkaar twee Amerikaanse professoren astrofysica schuldig werden bevonden aan het seksueel lastigvallen van studenten en collega's.

"AstroSH begon net zoals MeToo om solidariteit te tonen met slachtoffers", zegt Anna Watts, universitair hoofddocent astrofysica aan de Universiteit van Amsterdam. Inmiddels bespreken Watts en haar collega's met de term wat er moet veranderen om seksuele intimidatie tegen te gaan. En het blijft niet alleen bij praten. "We moeten nog een hoop verbeteren, maar de eerste stappen zijn gezet", aldus Watts in NOS Met het Oog op Morgen.

Dankzij #AstroSH geldt op de meeste congressen nu een gedragscode. "Vaak ben je met zo'n congres meerdere dagen van huis. Iedereen slaapt in hotels, 's avonds wordt er gedronken." Ingrediënten die seksueel ongepast gedrag in de hand werken, meent Watts.

Zo'n gedragscode beschrijft kraakhelder wat wel en niet mag en geeft procedures om seksueel ongewenst gedrag aan de kaak te stellen. Ongewenste aanrakingen of foto's nemen zonder iemands toestemming zijn uit den boze. Sinds de gedragsregels bestaan, voelt Watts zich veel prettiger op congressen. "Laatst was ik op een conferentie in Manchester. Daar werd meteen na het openingspraatje ook de gedragscode doorgenomen. Dat maakt verschil. De sfeer was een stuk fijner."

Watts denkt dat meer beroepsgroepen er goed aan zouden doen om gedragscodes in het leven te roepen. "Zo heb je als slachtoffer iets concreets om op terug te vallen."

Ze kreeg zelf vijftien jaar geleden als promovenda te maken met seksuele intimidatie. Op aandringen van haar promotiebegeleider diende ze een klacht in. "Maar officiële kanalen waren er toen niet. We weten niet eens wat er met die klacht is gebeurd."

Hoewel universiteiten inmiddels vertrouwenspersonen en officiële procedures hebben, blijkt het lastig om daders echt aan te pakken. "Een officiële klacht is vaak een grote stap. Zo'n procedure kan jaren duren en trekt je emotioneel leeg. Je kan dan wel onofficieel actie ondernemen door naar een vertrouwenspersoon te stappen, maar deze gesprekken worden niet opgeschreven. Een dader kan nieuwe slachtoffers maken zodra hij of het slachtoffer van universiteit verandert."

Fluisternetwerk

De #AstroHS-discussie maakte ook bij Watts veel los. Samen met andere slachtoffers probeerde ze alsnog een klacht in te dienen tegen de professor die haar lastigviel. Ze kregen te horen dat ze te laat waren. "Bij veel universiteiten kan je alleen een procedure starten als het om een gebeurtenis van minder dan een jaar geleden gaat."

Watts en haar collega's zijn nu weer aangewezen op het fluisternetwerk. "De dader loopt nog steeds vrij rond, maar we waarschuwen elkaar nu wel: laat je promovenda niet alleen met hem. Dat is voorlopig het enige dat we kunnen doen."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl