Twijfel Kamer verbod onverdoofd slachten
Het voorstel van de Partij voor de Dieren voor een verbod op onverdoofd ritueel slachten van dieren heeft nog geen meerderheid van de Tweede Kamer.
De VVD en de PvdA twijfelen nog. De twee partijen vinden dat dieren niet onnodig moeten lijden, maar vrezen ook dat een verbod de vrijheid van godsdienst raakt.
Pijn
De Tweede Kamer sprak over het initiatiefwetsvoorstel onverdoofd ritueel slachten van Marianne Thieme van de Partij voor de Dieren. "Er moet een einde komen aan de pijn en de stress die dieren ervaren als zij zonder verdoving geslacht worden", stelt partijleider Thieme.
Sommige dieren worden in Nederland onverdoofd gedood, omdat het geloof dit voorschrijft. Het gaat dan veelal om vlees voor gelovige moslims en orthodoxe joden.
Er zijn geen exacte cijfers. Volgens het ministerie van Landbouw gaat het om 364.800 kalveren, runderen, schapen, geiten en pluimvee. Thieme spreekt over jaarlijks ruim twee miljoen kippen en schapen die zonder verdoving worden gedood.
Verplicht
De PVV, SP, GroenLinks en D66 steunen het voorstel van Thieme om dieren bij slachting verplicht te verdoven, met bedwelming. "Onnodig dierenleed moet worden verkomen", zegt D66-Kamerlid Van Veldhoven.
De voorstanders van het wetsvoorstel van de Partij voor de Dieren negeren de uitspraak van de Raad van State, die stelt dat een verbod in strijd is met de vrijheid van godsdienst.
Twijfelen
Deze uitspraak is een van de redenen dat de VVD en de PvdA twijfelen over steun. "Als dierenleed verminderd kan worden zonder de geloofsvrijheid aan te tasten, hoor ik dat graag", aldus PvdA-Kamerlid Van Dekken.
De christelijke partijen, het CDA, de ChristenUnie en de SGP, laten de vrijheid van godsdienst prevaleren. "Wij vinden het dierenwelzijn heel belangrijk, maar ook het recht van religieuze minderheden", zei het CDA-Kamerlid Ormel.
De twijfelende partijen VVD en PvdA hebben nog allerlei aanvullende vragen gesteld, onder meer over het exacte aantal onverdoofde slachtingen en alternatieve mogelijkheden.
Over enkele weken, na het verkiezingsreces, praat de Kamer verder over het onderwerp.