NOS NieuwsAangepast

Hokjesdenken of zinvol? De haken en ogen van de SIRE-campagne

  • Marijn Dorrestijn

    redacteur Online

  • Marijn Dorrestijn

    redacteur Online

Als je afgaat op de nieuwe campagne van SIRE, moeten jongens het zwaar hebben. Op school worden ze drie keer vaker berispt dan meisjes, halen ze lagere cijfers en krijgen ze volgens hun ouders te weinig ruimte. Ook wordt druk gedrag vaak niet geaccepteerd en krijgen ze vier keer vaker dan meisjes de diagnose adhd.

SIRE wil nu de discussie over jongensgedrag aanwakkeren. In een filmpje vragen ze ouders en andere opvoeders: laat jij jouw jongen genoeg jongen zijn?

De campagne: Laat jij jouw jongen genoeg jongen zijn?

Het filmpje en de bijbehorende oproep zijn inderdaad voer voor discussie. Waar de een hokjesdenken ziet ("Mogen meisjes dan niet in bomen klimmen?"), ervaart de ander vooral herkenning. We hebben vier veelgenoemde reacties op onze sociale media besproken met kenners.

Alsjeblieft niet, luidt de reactie van wetenschappers en het onderwijs. Geef jongens en meisjes gewoon de aandacht die ze verdienen en nodig hebben.

Er zit wel een 'maar' bij. "Ik denk dat je jongens iets andere aandacht moet geven dan meisjes", zegt Lauk Woltring. Hij doet sinds de jaren 70 onderzoek naar de opvoeding van jongens en steunt de SIRE-campagne. "We hebben jongens de laatste dertig jaar verwaarloosd. Ik denk dat ze met het wangedrag dat ze soms vertonen, reageren op verkeerde aandacht. Ze zijn vaak te strak gehouden, hebben te weinig alledaagse voorbeelden gezien, te weinig grove motoriek geleerd." Dat krijg je een keer terug, meent Woltring.

Stoeien en vies worden: is dat jongensgedrag?

Ook Petra van Haren van de Algemene Vereniging van Schoolleiders (AVS) ziet niets in jongens-meisjes-denken. "Kijk gewoon naar de behoeftes van het kind." En omdat jongens gemiddeld meer houden van fysieke beweging, kun je daar als school best in tegemoetkomen, vindt ze. "Dat hoort gewoon bij jongens en bij een aantal meisjes."

"Masculien gedrag is prima, maar het moet geen asociaal gedrag worden. Daar ligt een scheidslijn", zegt AVS-voorzitter Van Haren. Ze vindt zeker niet dat jongens zomaar alles moeten kunnen doen, omdat ze nou eenmaal drukker zijn. Als het er bij een spel ruw aan toegaat, mag een leraar de jongen volgens haar terechtwijzen. "Je veroordeelt niet het gedrag, maar jongens moeten wel degelijk begrijpen dat hun gedrag iets met de ander doet."

Van Haren erkent wel dat het schoolsysteem in Nederland meer tegemoetkomt aan meisjes. "Denk aan rustig praten, niet rennen, samenwerken. Als meisje scoor je daar vaak beter op en kun je makkelijker laten zien dat je daar goed in bent." Voor jongens is dat moeilijker.

Zouden meer mannen voor de klas het probleem oplossen? "Vrouwen kunnen net zo goed de vaardigheden hebben om ieder kind de ruimte te geven en grenzen te stellen", zegt Van Haren. Ze benadrukt dat mannen wel belangrijk zijn als rolmodel. Onderzoeker Woltring en de PO-raad zien dat ook zo. "Jongens in de klas hebben een voorbeeld nodig", zegt een woordvoerder.

De discussie over de SIRE-campagne wordt vooral op sociale media fel gevoerd. Veel gebruikers hekelen het hokjesdenken dat ze menen te bespeuren. Niet álle jongens willen iedere dag zand happen, broeken scheuren of stoeien, zeggen ze.

De populaire meester Bart Ongering, die Engels geeft op een school in de Bijlmer en vaak twittert over zijn leerlingen, verwoordde het zo:

En hij heeft gelijk, denkt Woltring. "Niet alle jongens zijn hetzelfde. Maar de jongens die beweeglijker en impulsiever zijn, moeten de ruimte krijgen om hun eigen energie te leren kennen en te reguleren." Het gaat dus veel meer om de ruimte en de mogelijkheid, dan om het opleggen van bepaald gedrag aan alle jongens.

"Jongens leren door te doen", zeggen Woltring en andere deskundigen. Ze moeten zelf ontdekken als ze te ver gaan. Woltring noemt in dat verband een schaafwond een 'leerwond'. "Dat betekent niet 'alles is goed' en niet 'niks mag'. Het gaat om de speelruimte waarbinnen je je kunt ontwikkelen." Ook meisjes hebben die ruimte soms nodig.

"Jongens leren door te doen, maar meisjes ook!" Universitair docent Joyce Endendijk (Pegagogiek, Universiteit Utrecht) onderschrijft het uitgangspunt van de SIRE-campagne, maar heeft wel kritiek op de uitvoering. "De verschillen tussen jongens en meisjes worden benadrukt en jongens worden over een kam geschoren", zegt ze. "Hokjesdenken."

Volgens Endendijk zijn er inderdaad verschillen tussen de prestaties van jongens en meisjes op scholen, maar heeft het geen zin om daarbij alleen op het gedrag van jongens te focussen. "Op scholen waar jongens het wél goed doen, is geen specifiek beleid op jongens. Daar is beleid op algemene zaken, zoals structuur en individuele aandacht." Dat is dus minstens zo belangrijk, zegt ze.

Ook de claim van SIRE dat jongens "meer leren door te ontdekken, te experimenteren en risico's te nemen" is maar de halve waarheid. "Voor meisjes is dat net zo belangrijk. Ik had het beter gevonden als SIRE had geschreven dat kinderen meer leren door te experimenteren."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl