Vrouwelijke Cruijff: er is nu veel meer voor die EK-grieten

Derde gaan ze worden, het Nederlandse elftal bij het EK voetbal voor vrouwen. Dat zegt oud-voetballer José van Hoof, ook wel de vrouwelijke Johan Cruijff genoemd. "Ze gaan ver komen, ze hebben toch best een goed elftal."

Van Hoof, nu 64 jaar oud, voetbalde tientallen jaren geleden in het Nederlands elftal als spits. "Ik moest altijd de bal hebben. Dan scoorde ik, want ik was spits, dus ik moest scoren." Ze wilde alleen maar voetballen, vertelt ze. "Ik heb het geprobeerd met korfbal, maar met die bal in dat korfje: dat vond ik helemaal niks."

De vrouwelijke Johan Cruijff wordt Van Hoof dus ook wel genoemd, maar waarom? "Ik had een beetje zijn speelstijl, ik scoorde veel, had tactisch inzicht. Als ik iemand passeerde, ging ik nog een keer terug en dan deed ik het nog een keer. Snelheid."

In de jaren 70 waren er nog geen Europese- of wereldkampioenschappen in het vrouwenvoetbal. Wel waren er ongeveer drie tot vier interlands per jaar. "We hadden ongeveer twee tot drie keer centrale training per jaar. Er was niks, je moest blij zijn als je tien gulden kreeg voor de trein."

Daarom is Van Hoof zo blij dat de situatie nu is veranderd. "Dat het EK hier nu gehouden wordt, vind ik al geweldig. Bijzonder, ja. Er is veel meer voor die grieten en dat is maar goed ook." De Nederlandse voetbalvrouwen moeten zich fulltime kunnen richten op de sport, legt ze uit. "Misschien wat studeren erbij. Maar niet ook nog een halve dag een job erbij."

Toch kan het altijd nog beter. "Ze zeggen soms wel eens dat er geen geld is. Maar dan denk ik: betaal die mannen een ton minder per jaar, dan kunnen de dames ook spelen. Daar schort het nog wel eens aan."