Politiedienst komt handen tekort om terreurtips uit buitenland te verwerken

De Nederlandse politiedienst die verantwoordelijk is voor internationale uitwisseling van informatie slaat alarm, omdat door personeelsgebrek en falende computersystemen een achterstand is opgebouwd. Medewerkers van het Landelijk Internationaal Rechtshulpcentrum (LIRC) vrezen dat cruciale tips over terrorisme worden gemist.

De dienst, die internationale opsporingsinformatie verwerkt, loopt volgens het AD ruim 3900 rechtshulpverzoeken achter. Bij signaleringen van vermiste personen zijn dat er 5800.

Het AD schrijft dat er vijf jaar geleden nog 166.000 rechtshulpverzoeken uit het buitenland kwamen. Inmiddels zijn dat er 250.000 per jaar, een stijging die de krant onder meer verklaart door terrorismedreiging.

Brussel

Ondanks de groei van het aantal verzoeken is het personeel nauwelijks toegenomen. De politiedienst zegt tegen het AD dat er met de huidige sterkte van 150 werknemers een tekort is van 100 mensen.

Het gevolg van dat personeelstekort is dat er informatie en verzoeken uit het buitenland blijven liggen. Een politiebron zegt tegen de krant dat de informatie wel wordt geordend op belangrijkheid, maar dat niet altijd meteen duidelijk is hoe belangrijk bepaalde informatie is. "Dat we niet weten welke informatie we laten liggen, frustreert mensen. Zeker met de zaak-El Bakraoui in het achterhoofd."

Vorig jaar bleek dat de broers El Bakraoui, die de aanslag op de luchthaven in Brussel pleegden, via Turkije en Nederland naar België reisden. De Nederlandse politie was zes dagen voor de aanslag over hen getipt door de FBI.

Zeven jaar

Het LIRC vraagt volgens de krant al zeven jaar om extra mankracht. Politiechef Henk Bril erkent dat er te weinig mensen zijn voor het werk dat er ligt. "Dat is op alle afdelingen van de politie het geval. Maar urgente signalen worden urgent opgepakt. Laat daarover geen misverstand bestaan", zei Bril in het NOS Radio 1 Journaal.

Het ministerie van Veiligheid en Justitie zegt in een reactie dat de sterkte van het LIRC volgens de korpsleiding op orde is, maar dat er wel keuzes moeten worden gemaakt en prioriteiten gesteld. Volgens het ministerie worden verzoeken om rechtshulp en signalen die te maken hebben met terrorisme en georganiseerde misdaad altijd met voorrang behandeld.

Ook het ministerie wijst erop dat het aantal verzoeken aan de politie is toegenomen. Het erkent dat de politie verzoeken soms niet kan inwilligen.