Politie verspilt energie met aanpak 'sukkels en patiënten'
De politie verspilt tijd en energie met de aanpak van kleine criminaliteit. Veel mensen die aangifte doen, zitten helemaal niet te wachten op vervolging van een verdachte, maar willen hulp.
Dat blijkt uit onderzoek van de Politieacademie naar de afhandeling van aangiften bij politieteams in Noord-Holland en Limburg.
De onderzoekers namen, samen met de teams, 64 willekeurige zaken van veelvoorkomende criminaliteit onder de loep. Daaruit blijkt dat slachtoffers vaak dachten dat hun aangifte op een andere manier afgehandeld zou worden.
Voor de politie betekent een aangifte bewijs verzamelen en een verdachte opsporen om strafrechtelijk te kunnen vervolgen. Maar aangevers hebben vaak een heel andere bedoeling. Zij willen dat iemand hulp krijgt, een groter conflict wordt opgelost of dat schade wordt vergoed.
"Politiemensen zijn erg gericht op boeven vangen, maar dat is niet altijd wat burgers willen", constateert onderzoeker Jeanine Nas van de Politieacademie. "De politie moet beter doorvragen wat mensen precies verwachten."
Sukkels
Alleen dan kan een zaak afgehandeld worden op de meest zinvolle manier. Dat is niet persé via het strafrecht, waar de politie zich op richt. Volgens het onderzoek van de Politieacademie zijn verdachten van veelvoorkomende criminaliteit vaak "sukkels en patiënten" en geen criminelen.
De politie zou dan ook vaker moeten doorverwijzen naar bijvoorbeeld hulpinstanties, vindt Nas. "Als je onnodige aangiftes voorkomt, heb je ook meer tijd voor aangiftes die er echt toe doen."
Misschien moet de politie niet meer afgerekend worden op hoeveel boeven er worden gevangen.
In het onderzoek staat stevige kritiek op de werkwijze van de politie. Elke zaak wordt als een los incident behandeld, ook als sprake is van een groter probleem. "De politie labelt zaken als simpel en eenvoudig, maar eigenlijk zijn ze vaak juist complex", aldus het rapport.
De politie staat onder druk om zaken snel af te handelen. Belangrijke context over verdachte en slachtoffer belandt niet bij het Openbaar Ministerie. "Dat leidt er vaak toe dat niet de meest betekenisvolle afdoening wordt gekozen."
Geen overzicht
Hulpverlening kan zinvoller zijn dan bestraffen, maar instanties werken slecht samen en wisselen nauwelijks gegevens uit. Verder worden zaken opgeknipt in kleine, losse opdrachten die door verschillende agenten worden uitgevoerd. Het gevolg: niemand voelt zich verantwoordelijk en er is geen overzicht.
Onderzoeker Jeanine Nas: "Ik kan niet zeggen dat dit geldt voor de hele politie, want het ene team doet het beter dan het andere. Maar ik denk dat het beeld wel heel herkenbaar is."
De Politieacademie begeleidt de onderzochte teams in Noord-Holland en Limburg nu met een nieuwe manier van werken. De politie bespreekt daar eerst met slachtoffers wat er precies aan de hand is. Daarna wordt gekeken of aangifte doen de beste optie is. Waar nodig verwijst de politie door, bijvoorbeeld naar de gemeente.
De resultaten zijn positief, zegt Nas. "Mensen zijn gaan inzien dat het werk zoals ze het deden, beter kan. Het leidt tot minder druk op de opsporing en meer tevredenheid bij burgers."
Deugt het systeem?
Wat haar betreft verandert ook de manier waarop de politie wordt beoordeeld. Nu wordt de politie afgerekend op het aantal aangiftes, het aantal aangehouden verdachten en het aantal aangeleverde zaken bij het Openbaar Ministerie. Het OM wordt zelfs gefinancierd op basis van het aantal zaken.
"Het is de vraag of dit systeem wel deugt", zegt Nas. "Misschien moet de politie niet meer afgerekend worden op hoeveel boeven er worden gevangen, maar op hoeveel problemen er samen met andere instanties worden opgelost."