'Vervroegd pensioen voor zware beroepen is betaalbaar'
Als mensen met zware beroepen voor hun 67e met pensioen mogen, kost dat de overheid jaarlijks tussen 125 en 200 miljoen euro bruto. Dat blijkt uit onderzoek van het Economisch Instituut voor de Bouw.
Aan bijvoorbeeld dakdekkers en schilders die drie jaar eerder stoppen met werken zou de overheid jaarlijks 125 miljoen euro moeten uitkeren. Dat is wat de extra AOW-uitkeringen en het extra pensioen kosten. Als diezelfde mensen vijf jaar eerder stoppen met werken, loopt dat bedrag op tot 200 miljoen euro per jaar.
Op basis van die bedragen concluderen de onderzoekers dat een vervroegd pensioen voor mensen met zware beroepen betaalbaar is. In Nederland wordt jaarlijks in totaal zo'n 38 miljard euro aan AOW uitgekeerd.
Van de extra pensioen- en AOW-kosten kan bovendien een fors bedrag worden afgetrokken omdat de overheid geld bespaart op arbeidsongeschiktheidsuitkeringen, zeggen de onderzoekers. Een medewerker die eerder met pensioen gaat en daardoor niet met medische klachten thuis komt te zitten, verdient als ware tachtig procent van de extra overheidsuitgaven aan zijn of haar pensioen terug.
Vissers en taxichauffeurs
In totaal zijn er zeven sectoren die bij uitkeringsinstantie UWV te boek staan als 'zwaar'. Zo'n 2 procent van de beroepsbevolking is in die sectoren werkzaam. Het gaat niet alleen om medewerkers in de bouw, maar ook om schoonmakers, vissers en taxichauffeurs.
Economisch gezien profiteren mensen met zware beroepen minder van het huidige pensioenstelsel dan andere Nederlanders. Ze zijn veelal laagopgeleid en beginnen daarom gemiddeld 2,5 jaar eerder met werken. Ook leven ze gemiddeld drie jaar korter dan mensen met een minder zwaar beroep.
Vakbond FNV vindt daarom dat mensen met zware beroepen eerder met pensioen moeten kunnen. FNV Bouw en Wonen is dan ook blij met de conclusies uit het onderzoek. "Het kan, het is gerechtvaardigd, doe het dan ook!", aldus bestuurder Peter Roos.
Ook GroenLinks en de PvdA willen een regeling om vervroegd uittreden mogelijk te maken. De VVD wil juist dat mensen langer doorwerken met behulp van omscholing naar een minder zwaar beroep.
Afbouw
Het Economisch Instituut voor de Bouw keek speciaal nog naar de mogelijkheden van een vervroegd pensioen in de zogenaamde afbouwsector: daarin zijn bijvoorbeeld stukadoors, natuursteenbewerkers en vloerenleggers actief. De helft van de jaarlijkse uitval in die sector bestaat uit 55-plussers. In andere sectoren vallen veel minder ouderen uit.
Een vervroegd pensioen voor afbouwmedewerkers zou jaarlijks 13 tot 21 miljoen euro bruto kosten. Als de besparingen op arbeidsongeschiktheidsuitkeringen worden meegerekend, kost een vervroegd pensioen voor deze groep nog 2,4 tot 4,4 miljoen euro per jaar.