Vijf gemeenten starten experiment met bijstand

Vijf gemeenten mogen twee jaar de regels voor de bijstand versoepelen. Staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken wil kijken op welke manier mensen met een uitkering het beste weer aan een baan geholpen kunnen worden.

Klijnsma geeft de gemeenten Groningen, Ten Boer, Wageningen, Tilburg en Deventer vanaf de zomer toestemming een andere aanpak te kiezen dan met de Participatiewet. Deze wet bepaalt dat iemand met een uitkering een tegenprestatie moet leveren en moet meewerken aan reïntegratie.

Geluk

De wethouders van de vijf gemeenten willen kijken of andere bijstandsregels succesvoller zijn. "We onderzoeken of meer begeleiding of juist minder regels en verplichtingen bijdraagt aan het welzijn en geluk van mensen", zegt de Tilburgse wethouder Erik de Ridder.

Het experiment houdt in dat er verschillende onderzoeksgroepen komen. Zo komt er een groep waarin de deelnemers een beperkt bedrag van de inkomsten uit werk mogen houden zonder dat dat direct wordt verrekend met de uitkering. De andere groep krijgt veel minder verplichtingen opgelegd en de derde groep wordt veel intensiever begeleid.

De gemeenten Amsterdam, Nijmegen en Utrecht willen ook experimenteren, hun aanvraag wordt op dit moment door Klijnsma bekeken.

Basisinkomen

Terneuzen staat niet op het lijstje van staatssecretaris Klijnsma. Deze Zeeuwse gemeente wilde begin dit jaar starten met een experiment met een basisinkomen van 993 euro per maand zonder enige verplichting. De gemeente denkt dat zo'n basisinkomen stress vermindert en dat de mensen daardoor juist meer deel gaan nemen aan de samenleving.

Het ministerie van Sociale Zaken vond dat deze proef te ver ging. Het verstrekken van een inkomen zonder verplichtingen is in strijd met de Participatiewet, oordeelde het ministerie. Het experiment werd daarom afgeblazen.