Ontwerper beroemde en revolutionaire guldenbiljetten overleden
Robert 'Ootje' Oxenaar, de ontwerper van enkele beroemde series gulden-biljetten is overleden. Hij ontwierp veelgeprezen felgekleurde briefjes zoals de Zonnebloem (50 gulden), de Snip (100 gulden) en de Vuurtoren (250 gulden).
Oxenaar (87) studeerde aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag. Vanaf 1966 ontwierp hij de guldenbiljetten voor De Nederlandsche Bank. Eerst maakte hij de 'erflaters'-serie, met bankbiljetten met beeltenissen van figuren uit de Nederlandse geschiedenis, zoals de dichter en toneelschrijver Joost van den Vondel, de schilder Frans Hals, de componist Jan Pieterszoon Sweelinck, de zeeheld Michiel de Ruyter en filosoof Baruch Spinoza.
Zijn tweede serie werd wereldwijd beschouwd als revolutionair omdat er geen portretten meer op stonden. Niet alle Nederlanders waren er destijds overigens blij mee; de bankbiljetten zouden karakterloos zijn geworden.
Geld was ineens ook een culturele boodschapper. Dat is wat we nu missen met de euro.
"Die biljetten waren ontzettend optimistisch in uitstraling", zegt ontwerper Julius Vermeulen, die veel met hem samenwerkte. "Het was het enige geld in de wereld dat niet gebruikmaakte van formele iconen, onze biljetten waren doordesemd van landschappelijke cultuur, zoals vogels, zonnebloemen en vuurtorens."
"Geld was niet langer alleen een briefje met waarde", vervolgt Vermeulen. "Het was ineens ook een culturele boodschapper. Dat is wat we nu missen met de euro. Dat zijn hele sombere biljetten, die er niet toe bijdragen dat we verbondenheid voelen in Europa. In de discussie over Europa hebben ze niets toegevoegd, terwijl de briefjes dagelijks door miljoenen handen gaan."
'Niet iemand van dure lunches'
Grafisch ontwerper Gert Dumbar kende Oxenaar goed, uit de tijd dat deze leiding gaf aan de Dienst Esthetische Vormgeving van de PTT. "Hij was een ideale opdrachtgever omdat hij zelf ook ontwerper was. Een aardige man, zonder kapsones, niet iemand van dure lunches", zegt Dumbar.
Volgens Dumbar vond hij het prachtig als hij de verhalen hoorde van Nederlandse toeristen die hun guldens in het buitenland hadden gewisseld. "Vooral als het geld net was uitgekomen. Dan wilden die Nederlanders buitenlandse biljetten hebben, maar die geldwisselaars wilden niet geloven dat het echt geld was, ze dachten aan monopolygeld. Daar kon hij dan smakelijk over vertellen."
Dan vertelde hij dat hij een wild konijntje in de tuin had gezien. Dat vond-ie zo bijzonder dat hij het maar even als veiligheidskenmerk had verwerkt in het bankbiljet.
Oxenaar hield de regie strak in handen en stond erop dat de beveiliging van de bankbiljetten zijn ontwerpen niet zou aantasten. Bij zijn eerste biljet, dat van 5 gulden, was daarvan sprake.
In de beveiliging van de briefjes verwerkte hij allerlei verborgen, soms persoonlijke, kenmerken. Dumbar: "Dan vertelde hij dat hij een wild konijntje in de tuin had gezien. Dat vond hij zo bijzonder dat hij het maar even als veiligheidskenmerk had verwerkt in het biljet."
Dumbar herinnert zich ook hoe Oxenaar reageerde als hij een telefoontje kreeg dat het eerste valse biljet was onderschept. "Dan zat je bij hem in de auto en was hij zo blij. Hij wilde dan zo snel mogelijk naar drukker Enschedé om te gaan kijken of zijn theorieën klopten, wat de vervalsers hadden gemist."
Andere veiligheidskenmerken die Oxenaar verwerkte zijn een afdruk van zijn duim in het gezicht van Frans Hals en de namen van vriendinnen en zijn kleindochter in het Vuurtoren-briefje.
Oxenaar werkte van 1970 tot 1994 bij de Dienst Esthetische Vormgeving van de PTT, eerst als adjunct en later als hoofd. Ook was hij jarenlang buitengewoon hoogleraar Industriële Vormgeving aan de TU Delft.
Postzegels
Behalve bankbiljetten ontwierp hij ook postzetels, waaronder verschillende series kinderpostzegels. Ook die kenmerkten zich door vrolijke en heldere kleuren.
Oxenaar, die in de buurt van Boston in de Verenigde Staten woonde, overleed afgelopen dinsdag.