Nog nooit zoveel kinderopvangtoeslag, maar opvang niet tevreden
Steeds meer kinderen gaan naar de dagopvang of buitenschoolse opvang. En dat betekent dat er ook flink meer kinderopvangtoeslag is uitgekeerd, blijkt uit cijfers van het CBS. Toch vreest de opvang voor nieuwe tegenvallers: "De kosten nemen volgend jaar toe met 7,5 procent", zegt Heidy Knol van de Brancheorganisatie Kinderopvang.
Die stijging van kosten heeft te maken met de wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang (IKK) die per 1 januari volgend jaar wordt ingevoerd. "Die wet moet de kwaliteit van de opvang verhogen, maar die regels zijn ook erg kostbaar." Volgens de nieuwe wet moet voor elke drie baby's in de opvang een pedagogisch medewerker aanwezig zijn. Dat aantal ligt nu nog op vier. De meeste bedrijven zullen deze kosten doorberekenen aan de ouders. daardoor wordt de opvang weer flink duurder, zegt Knol.
IKK vreest dat de wet tot een nieuwe reeks faillissementen leidt. Gjalt Jellesma van de belangenvereniging voor ouders BOinK ziet de toekomst rooskleuriger, hij denkt dat de overheid die kosten gaat opvangen. "Ik denk dat ouders niets gaan merken van de nieuwe regels, omdat de vergoeding mee zal groeien met de kosten."
Minder uur
De Belastingdienst keerde vorig jaar voor 823.000 kinderen de toeslag uit. In 2015 waren dat er nog 764.000. Sinds de invoering van de Wet kinderopvang in 2005 was dat aantal toeslagontvangers niet zo hoog, maar volgens Jellesma geven de cijfers een vertekend beeld. "Er gaan wel meer kinderen naar de opvang, maar het aantal uur op de opvang loopt terug, terwijl ouders even veel blijven werken." Het aantal opvanguren is nog niet op het niveau van voor de crisis, zegt Jellesma.
"Dat betekent eigenlijk dat ouders onvoldoende vertrouwen hebben in de stabiliteit van de toeslag, of die de komende tijd wel zo hoog blijft", denkt hij. Ouders zijn gemiddeld minder kwijt voor de kinderopvang, de kosten waren vorig jaar gemiddeld 1800 euro per jaar. Dat was in 2015 nog 2100 euro.
Verschillen
Uit de cijfers van het CBS blijkt dat per regio flink verschilt hoeveel kinderen naar de opvang gaan. Kinderen in de Randstad brachten in 2015 de meeste tijd door in de dagopvang: in Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht is het gemiddeld meer dan 800 uur. In de gemeenten Naarden, Amsterdam, Wassenaar, Amstelveen, Den Haag en Rotterdam was dit zelfs meer dan 1000 uur, dat komt neer op gemiddeld 20 uur per week.
Kinderen in Drenthe, Overijssel, Friesland en Zeeland gingen veel minder vaak naar de opvang, gemiddeld minder dan 600 uur.