'Doping? De Russen vinden zelf dat ze genoeg doen'
Over minder dan tien maanden beginnen de Winterspelen in het Zuid-Koreaanse Pyeongchang. Mogelijk zonder een afvaardiging uit Rusland, doorgaans toch één van de landen met de grootste medailleoogst. Reden? Doping.
Het door de staat geregisseerde dopingprogramma suddert nog na. De Russische sportwereld ligt onder een vergrootglas. Er moet bewijs komen dat het er nu anders aan toegaat. "De Russen zelf vinden dat ze genoeg doen", stelt correspondent David-Jan Godfroid.
Toch is men er niet gerust op. "Of de Russen bang zijn? Ja en nee. De spanning ligt er aan de ene kant wel bovenop. Aan de andere kant: de Russen zeggen dat ze ook niet volledig werden uitgesloten voor de Spelen in Rio. Dat was alleen de atletiekploeg."
De buitenwereld is sceptisch. Eén bewijs dat de Russen nu 'schoner' zouden sporten, zou kunnen worden geleverd middels een blik op de resultaten van de sporters de afgelopen jaren. Is er een afname qua prestaties? Nee, niet echt.
Godfroid: "In sommige traditionele wintersporten waar Rusland sterk in is, biatlon en kunstschaatsen bijvoorbeeld, vielen de prestaties wel wat tegen de afgelopen tijd. Maar de grote toernooien moeten nog komen. Dus het moet nog duidelijk worden of die lijn zich doorzet."
'Wat moeten we nog meer doen?'
"Kijk, ze ontkennen natuurlijk ten stelligste dat er sprake is geweest van een door de staat geregisseerd dopingprogramma. Ze zeggen wel: niet alles klopte, maar daar zijn we hard mee aan het werk. Volgens de IAAF, de internationale atletiekfederatie, is dat echter niet genoeg. Ze zitten zich nu achter het hoofd te krabben: wat moeten we nog meer doen?"