Waarschuwingsschot bij bomdreiger Binnenhof was geoorloofd

De militair die in januari bij het gebouw van de Tweede Kamer een waarschuwingsschot loste, heeft juist gehandeld. Dat concludeert het Openbaar Ministerie na een onderzoek van de rijksrecherche.

Op 5 januari liep de verwarde man het gebouw van de Tweede Kamer binnen. Hij had een rugzak bij zich en zei tegen de beveiligers dat hij een bom kwam neerleggen. Meteen daarna zei hij dat het een grapje was. De beveiligers sommeerden hem het gebouw te verlaten, en schakelden de marechaussee buiten in.

Even later zei een lid van de marechaussee tegen de man dat hij zijn kleren moest uitdoen, om te controleren of hij daadwerkelijk geen bom bij zich had. Toen de man uiteindelijk bevelen niet meer opvolgde en op een van de medewerkers afliep, loste de militair een waarschuwingsschot.

Uiterst middel

Mogelijk is de verwarde man, een 59-jarige Hagenaar, door een afgeketste kogel lichtgewond geraakt, maar het OM zegt dat dit niet met zekerheid is vast te stellen. Justitie concludeert dat het waarschuwingsschot rechtsgeldig was en vervolgt de militair daarom niet.

De man heeft een ernstige dreiging veroorzaakt, door te spreken over een explosief, bevelen van de marechaussee niet meer op te volgen en op de medewerkers af te lopen terwijl hij onder schot werd gehouden, zegt het Openbaar Ministerie. "Het waarschuwingsschot is als uiterste middel ingezet."