Dijsselbloem: alsof ik een oorlogsmisdaad heb begaan

Minister Dijsselbloem wordt "droevig" van de tijd en energie die hij moet steken in zijn 'drank en vrouwen'-uitspraak terwijl Griekenland wegglijdt naar een nieuwe crisis. "De kwestie is enorm geëscaleerd. Het lijkt wel alsof ik een oorlogsmisdaad heb begaan", zegt de voorzitter van de Eurogroep in een interview met de Volkskrant. 

Begin maart maakte Dijsselbloem in een interview met de Frankfurter Algemeine duidelijk dat de noordelijke Europese landen zich solidair hebben getoond met de crisislanden. Maar daar staan plichten tegenover, zei de Eurogroep-voorzitter verder. "Ik kan niet al mijn geld aan drank en vrouwen uitgeven en vervolgens bij u om hulp aankloppen. Dat principe geldt op persoonlijk, lokaal, nationaal en ook op Europees vlak", was de passage die veel ophef veroorzaakte. Zuid-Europese landen reageerden woedend en in het Europees Parlement werd zijn aftreden geëist. 

Big spenders

Dijssselbloem zegt in de Volkskrant dat hij het echt vervelend vindt dat hij zo veel mensen heeft beledigd. Hij denkt dat parlementariërs hem in een hoek probeerden te zetten. "Alsof ik alle Zuid-Europeanen big spenders zou vinden. Onzin!" 

Hij verklaart de kritiek als een reactie op acht jaar crisisbeleid. "Een deel van de eurolanden vindt dat het beleid te zeer op een strenge noordelijke leest is geschoeid."

Dijsselbloem erkent dat hij de rel in de kiem had kunnen smoren door onmiddellijk excuus aan te bieden. Dat heeft hij geweigerd. "Wat moet ik dan terugnemen: iets dat ik niet gezegd heb? Iets wat ik niet bedoeld heb?"