Als we kunnen internetbankieren, waarom dan niet online stemmen?
Terwijl we de afgelopen verkiezingen weer met het rode potlood stemden, pleiten veel gemeenten vandaag voor een vorm van digitaal stemmen. Demissionair minister van Binnenlandse Zaken Ronald Plasterk liet al weten dat hij dat niet ziet zitten.
Veel mensen zullen zich afvragen: waarom kunnen we niet gewoon via internet stemmen, als we ook online onze bankzaken kunnen regelen, kunnen winkelen en onze belastingaangifte kunnen doen?
Het klinkt logisch: inloggen met je DigiD en je stem uitbrengen. Maar het ligt een stuk ingewikkelder, omdat het stemproces fundamenteel verschilt van internetbankieren of het doen van je belastingaangifte. Het blijkt heel moeilijk om het stemgeheim te waarborgen en tegelijk ervoor te zorgen dat er niet met de uitslag wordt gesjoemeld.
Banken hebben dat dilemma bijvoorbeeld niet. Internetbankieren is allerminst anoniem: de bank weet exact wat je doet, om frauduleuze transacties te kunnen tegengaan. Zo kunnen banken controleren of een virus op je computer je transacties manipuleert. Ook achteraf kunnen ze transacties controleren.
Met stemmen is dat uit den boze. De overheid en de buitenwereld mogen niet weten wat je stemt. Dat staat niet alleen in de kieswet, maar ook in de grondwet en in mensenrechtenverdragen. Het stemgeheim is heilig.
Dat stemgeheim maakt het ook een stuk moeilijker om te controleren of er frauduleuze stemmen zijn uitgebracht. Want als iemand weet in te breken op het stemsysteem, zou hij kunnen knoeien met de stemmen, en daarna zijn sporen kunnen wissen. Lastig daarbij is dat het extreem moeilijk is om alle mogelijke hackers buiten te houden, zeker als een buitenlandse overheid zou willen rommelen met de uitslag van de verkiezingen.
In december sprak de NOS met vier experts, die het erover eens zijn dat internetstemmen onwenselijk is. Er zijn bovendien talloze voorbeelden van internetverkiezingen die achteraf onveilig bleken te zijn, bijvoorbeeld in Estland, dat nu juist vaak als goed voorbeeld wordt aangehaald. Een Nederlandse proef met internetstemmen voor Nederlanders in het buitenland is dan ook uitgesteld.
Stemcomputers zijn iets minder omstreden, en worden in veel landen gebruikt. In Nederland sinds tien jaar niet meer, omdat de veiligheid onvoldoende kan worden gegarandeerd.
Wel wordt momenteel nagedacht over de invoering van de stemprinter: je stemt dan op een speciale computer, die een biljet uitprint dat je in een bus deponeert. Vervolgens worden die met behulp van een elektronische stemmenteller geteld. Voordeel daarbij is dat handmatige hertellingen mogelijk zijn.
Ook daar is echter kritiek op: de kosten voor invoering zijn hoog terwijl de snelheidswinst beperkt is. "Ik denk dat je beter het stembiljet kleiner kunt maken", zegt beveiligingsexpert Ronald Prins, die in twee commissies zat die de invoering van een stemprinter onderzochten.
Sjoemelen met papier
Geldt dat fraudebezwaar dan niet voor stemmen met het rode potlood? Ja, maar op veel kleinere schaal, zegt Jaap-Henk Hoepman van de Radboud Universiteit. Ook hij deed onderzoek naar de veiligheid van stemcomputers.
"Als je papieren verkiezingen wil manipuleren, moet je op honderden locaties frauderen", zegt Hoepman. "Maar digitale verkiezingen zou je in één keer op grote schaal kunnen manipuleren."