NOS NieuwsAangepast

Van topgeheim naar YouTube: de verwoestende kracht van atoombommen

Het lijkt alsof er uit het niets een nieuwe zon verschijnt in de lucht. De vuurbal boven het Pacifische Johnston-eiland blijft minutenlang uitdijen tot hij uiteindelijk indeukt en langzaam lijkt te verwaaien.

Het gaat om de atoomtest Dominic - Housatonic van 30 oktober 1962. De bom ging af op 3,5 kilometer hoogte, na te zijn afgeworpen door een vliegtuig. Een bom van 8,3 megaton, ruim 500 keer zo zwaar als het explosief dat Hiroshima in de as legde.

Decennialang waren deze beelden topgeheim, alleen te zien voor wetenschappers en militairen. Nu staan ze voor iedereen op YouTube.

De VS voerde tussen 1945 en 1962 210 atoomtesten uit in de atmosfeer. Onderzoekers en generaals wilden precies weten hoeveel schade het nieuwe wapen kon aanrichten. Er werd daarom getest met bommen van verschillende grootte, op verschillende hoogtes, op zee, met raketten, vanuit vliegtuigen, ondergronds, noem maar op. Van elke test werden uit meerdere hoeken en van meerdere afstanden opnames gemaakt om later te analyseren.

Atoomonderzoeker Greg Sprigg kwam erachter dat die duizenden films lagen te verstoffen en vergaan in archieven. "Het had niet lang geduurd of deze films zouden onbruikbaar zijn geworden. Als je de filmblikken opent ruik je het azijn, wat duidt op verrotting."

Sprigg besloot daarom de films in te scannen en op YouTube te zetten. Er staan inmiddels ruim zestig online, er moeten nog honderden volgen.

Tijdens het inscannen ontdekte Sprigg dat met moderne middelen de films veel beter te analyseren zijn dan voorheen. Vroeger zette het leger duizend analisten in om met het oog de grootte van de vuurbal en de schokgolf te bepalen. Met de computer kan dat in een fractie van de tijd. Spriggs team bestaat maar uit een handjevol mensen.

"Handmatig kost twee seconden film ongeveer acht uur. Met de nieuwe software kon het in vijf minuten." In twee jaar hoopt Sprigg alles geanalyseerd te hebben.

Door de nieuwe technologie zijn die analyses bovendien veel beter. "Ze zaten er soms wel 20, 30 procent naast", stelt Sprigg. De correcties zijn belangrijk, omdat het leger nog altijd computermodellen gebruikt op basis van deze cijfers. Omdat dit soort testen tegenwoordig verboden zijn, is dit de enige manier om juiste cijfers te krijgen.

Daarnaast heeft Sprigg nog een andere reden voor al zijn werk: "Als we laten zien wat de kracht is van deze wapens en hoeveel verwoesting ze kunnen aanrichten, dan zal men ze misschien minder snel inzetten."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl