PvdA-lijsttrekker Lodewijk Asscher, Hans Spekman (m) en Wouter Bos (l) bespreken de uitslag van de eerste exitpolls
NOS NieuwsAangepast

Historisch verlies PvdA: nooit verloor een partij zoveel zetels

  • Dik Verkuil

    Researchredacteur

  • Dik Verkuil

    Researchredacteur

De PvdA heeft de grootste verkiezingsnederlaag uit de Nederlandse politieke geschiedenis geleden. Volgens de prognose komt de partij uit op 9 zetels, een verlies van 29. De PvdA doet het zelfs nog slechter dan in de laatste Peilingwijzer. Nooit eerder leed een partij zo'n groot verlies. Het verlies is zelfs nog een stuk groter dan het eigen record uit 2002, toen de PvdA met Ad Melkert van 45 naar 23 zetels ging.

Partijleider Asscher toonde zich vanavond voor zijn aanhangers diep teleurgesteld. Hij zei dat hij verdriet heeft over de dramatische uitslag. Melkert ging in 2002 weg, maar Asscher kondigde vooraf aan dat hij ongeacht de uitslag zal doorgaan. Hij zei vanavond dat miljoenen mensen de idealen van de PvdA delen, maar nu op een andere partij hebben gestemd. "We zullen onze wonden likken. De sociaal-democratie zal terugkomen en het bouwen begint vandaag".

Uit onderzoek van Ipsos blijkt dat de PvdA 8 zetels heeft verloren aan GroenLinks, 5 aan D66, 4 aan de SP en 2 aan de PVV. Zeven zetels gingen naar de overige partijen. Drie zetels gingen verloren doordat PvdA-kiezers niet kwamen opdagen.

Veel lager niveau

De PvdA volgt met zijn neergang de andere grote naoorlogse volkspartij, het CDA, die ook in twee fases op een veel lager niveau belandde. De christen-democraten zakten onder Elco Brinkman in 1994 van 54 naar 34 zetels, en gingen in 2010 onder Jan-Peter Balkenende van 41 naar 21 zetels. De vorige verkiezingen gingen daar nog eens 8 zetels van af.

Het verlies van de PvdA is ook groter dan dat van de LPF in 2003, die na een jaar vol chaos en verdeeldheid van 26 naar 8 zetels zakte.

De PvdA kon sinds de Tweede Wereldoorlog steeds rekenen op een vaste aanhang van een kwart tot een derde van de kiezers. De kern werd gevormd door niet-kerkelijk gebonden arbeiders, al trok de partij ook veel kiezers uit de middengroepen.

De beste score in die eerste fase werd behaald in 1956, toen de partij onder de populaire premier Drees in een tweestrijd met de KVP (de katholieke partij die later opging in het CDA) voor het eerst de grootste werd met 50 zetels.

Daarna begon een geleidelijke neergang, onder meer doordat de PvdA arbeidersstemmen verloor. Het voorlopig dieptepunt werd behaald in 1967, toen de populistische Boerenpartij mede ten koste van de PvdA 7 zetels haalde en de PvdA op een toenmalig dieptepunt van 37 zetels uitkwam.

De PvdA verloor toen ook aan nieuwkomer D66, dat eveneens 7 zetels haalde. Daarmee werd de PvdA geconfronteerd met een dilemma waarmee ze nog steeds worstelt: ze moet zowel de lageropgeleide als de hogeropgeleide kiezers bedienen, die elk naar een andere kant worden getrokken.

Den Uyl

Na 1967 wist de partij onder Joop den Uyl de weg omhoog weer te vinden. Den Uyl wist kiezers onder de arbeiders terug te winnen, maar de vaste aanhang nam ook toe door de toestroom van hogeropgeleiden uit de publieke sector, zoals leraren en welzijnswerkers.

De beste score werd bereikt in 1977, toen de PvdA onder Den Uyl 53 zetels haalde. Dankzij een tweestrijd met het CDA zoog de PvdA de kleine linkse partijen leeg, die van 16 naar 6 zetels gingen.

Tijdens de verkiezingscampagne van 1977 had Den Uyl de steun van de VARA. Hier met Sonje Barend

In de jaren negentig werd duidelijk dat de vaste aanhang opnieuw aan het afkalven was. In 1994 haalde de partij onder Wim Kok 37 zetels, maar werd door het dramatisch verlies van het CDA toch de grootste. Dat jaar kwam ook de SP voor het eerst in de Kamer, die in de jaren daarna steeds meer laagopgeleide kiezers bij de PvdA wist weg te halen.

Strategische kiezers

Het verlies van haar vaste aanhang werd in de jaren na 2002 telkens gemaskeerd doordat de PvdA veel strategische kiezers trok. In 2003, 2006, 2010 en 2012 was de partij telkens in de race om de grootste partij te worden, iets wat overigens nooit meer lukte.

Dit keer speelde de strategische stem nauwelijks een rol. Voor zover linkse kiezers strategisch stemden, zal hun stem eerder naar GroenLinks zijn gegaan, dat in de peilingen al geruime tijd de grootste klassiek-linkse partij was, of naar D66.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl