'Zorgelijk zoals Trump de pers de mond snoert'
Paulus Houthuijs
Redacteur Online
Paulus Houthuijs
Redacteur Online
Een deel van de pers is tegen mij, zal ons nooit begrijpen en is de vijand van het Amerikaanse volk. Dat lijkt de boodschap van president Trump, die besloot journalisten van grote nieuwsorganisaties te weigeren op persconferenties. Oud-hoogleraar journalistiek Jeroen Smit noemt de maatregel dramatisch, maar is niet verbaasd.
"Het ligt helemaal in de lijn met wat er in de VS aan de gang is. Het is een aanscherping van het gevecht tussen Trump en de media die tegen hem zouden zijn", zegt Smit.
Verslaggevers van onder meer CNN, The New York Times en Politico waren gisteren niet welkom bij een persbriefing van woordvoerder Sean Spicer. Allemaal media die de president de afgelopen maanden heeft beticht van het brengen van nepnieuws over hem en zijn beleid.
"Dit is weer een heel ernstige, nieuwe landmark", zegt Thomas Bruning van de Nederlandse Vereniging van Journalisten. "Dit betekent simpelweg het begin van de afbraak van de rechtsstaat in de VS. Het is niet aan de autoriteiten te bepalen wie er op een persconferentie komt."
Je reinste kul.
Bij CPAC, een politieke conferentie voor conservatieven, deed Donald Trump er later op vrijdagavond nog een schepje bovenop. "Het zou niet mogen kunnen dat journalisten anonieme bronnen gebruiken, tenzij ze iemands naam bekendmaken", citeerde persbureau AP de president.
Die zei verder dat niet alle journalisten "slecht zijn". Wel wil hij "wat doen aan de 'nepnieuwsgroep' die het volk niet vertegenwoordigt. Wat voor actie hij gaat ondernemen, zei Trump niet.
"Je reinste kul", noemt Bruning de oproep om voortaan geen anonieme bronnen meer te gebruiken. "Natuurlijk moet je er als journalist altijd een onderbouwing voor geven en is één zo'n bron niet genoeg. Maar het is aan de rechter hoever je daarin mag gaan, niet de president."
Hij vindt het zorgelijk dat de president "zo simplistisch denkt over de pers". "Het is hetzelfde als zeggen dat journalisten niet meer mogen publiceren. Dat kan alleen in een dictatuur."
Ook Smit hamert op het belang van anonieme bronnen. Het is volgens hem de essentie van onderzoeksjournalistiek. "Verschrikkelijk hoe de kritische pers de mond wordt gesnoerd. Amerika heeft een president die de waakhondfunctie van journalisten niet wenst te begrijpen."
De hoogleraar denkt te weten waarom de miljardair de media zo heftig aanvalt. Het heeft volgens hem te maken met de verkiezingsstrijd van vorig jaar. "In Trumps belevenis heeft hij niet alleen Clinton, maar ook de pers verslagen. Want ruim 75 tot 80 procent van de Amerikaanse media had hun publiek geadviseerd om op de Democraat te stemmen."
Ook in Nederland mogelijk?
Volgens Smit is een directe vergelijking overdreven, maar is er wel een parallel met de politieke situatie in ons land. "Je ziet dat PVV-leider Wilders ook niet meedoet aan debatten. Via sociale media als Twitter slaat hij de journalistiek over, omdat die hem toch niet zou begrijpen."
Smit snapt waarom Wilders deze strategie hanteert. "Ik ken weinig - eigenlijk niet een - journalist die PVV stemt, dus ontmoetingen tussen Wilders en journalisten zijn altijd pittig."
De NVJ-bestuurder Bruning noemt het "ondenkbaar" dat in Nederland journalisten worden weggestuurd bij een persbijeenkomst. "Er is misschien één partij die zoiets zou kunnen bedenken, maar die zal geen absolute meerderheid in de Kamer halen om zoiets te kunnen uitvoeren."
In de persconferentie werd Witte Huis-woordvoerder Spicer overigens geconfronteerd met de weigering om een aantal media te weren. Volgens hem was er een verklaarbare reden voor en was het Witte Huis niet van plan om niets te doen tegen "valse nieuwsverhalen".
Door de opkomst van sociale media hebben politieke partijen veel meer controle over hun eigen boodschap voor de kiezer. Met een goed bekeken Facebookvideo bereik je evenveel mensen als het journaal, soms zelfs meer. Een gegeven waar vrijwel alle politieke partijen op inspelen.
Wat is de 'nieuwe rol' van de journalistiek?
"Kunnen journalisten misschien weer eens echt onderzoek gaan doen", schrijft iemand op de Facebookpagina van de NOS. "Feiten checken en dan met duidelijke uitleg en bewijzen komen als iets niet helemaal klopt wat de politici zeggen, zodat ze weer wat geloofwaardigheid terugkrijgen."
Smit en Bruning zijn van mening dat journalisten zeker nu een grote verantwoordelijkheid hebben. "We kunnen maar één ding doen: ons werk nog zorgvuldiger en beter uitvoeren en de feiten boven water blijven trekken", zegt hoogleraar Smit.
Hij doet een aanbeveling: "Samen met Facebook en Google ervoor zorgen dat onafhankelijke nieuwsfeiten bij zo veel mogelijk mensen terechtkomen", zegt Smit. De algoritmes van deze internetgiganten bepalen voor een groot deel waar we op het internet mee worden geconfronteerd.
Ook NVJ-bestuurder Bruning vindt dat de journalistiek kritischer te werk moet gaan. Dieper spitten bij mogelijk nieuws en zo veel mogelijk bronnen zoeken. "Het feit dat je als journalist niet met één bron genoegen moet nemen, daar zit de meerwaarde. Door kritische vragen te stellen en duiding te geven."
Het is volgens hem een verkeerde aanname dat mensen in het tijdperk van Twitter steeds minder behoefte hebben aan gedegen verslaggevers en redacteuren. "In de VS is tijdens de opkomst van Trump de vraag naar kritische media juist flink gestegen."
Aanstellen
Sterker nog, betoogde de hoofdredacteur van het blad Elsevier eerder deze week, het wordt in het tijdperk Trump hoog tijd stil te staan bij de "kleffe relatie" tussen pers en politiek.
In een artikel beargumenteerde Arendo Joustra dat journalisten zich niet zo moeten aanstellen en gewoon hun werk moeten doen, hoe ingewikkeld dat soms ook is. "Wat verbaast aan de hele opwinding, is dat journalisten er blijkbaar van uitgaan dat een president, dat politici, de waarheid spreken. Wanneer heeft die veronderstelling zich van de pers meester gemaakt?"