AOW-leeftijd verlagen kan financieel prima, zegt 50Plus
Als de AOW-leeftijd weer naar 65 jaar gaat, levert dat financieel geen enkel probleem op. Dat zegt de partij 50Plus, die zijn plan heeft voorgelegd aan de Tilburgse hoogleraar openbare financiën Verbon.
50Plus heeft zijn verkiezingsprogramma niet laten doorrekenen door het Centraal Planbureau, zoals veel andere partijen wel hebben gedaan. Dat CPB stelt namelijk ten onrechte, vindt 50Plus, dat de kosten van de AOW in 2060 12 miljard euro hoger uitvallen als het bedrag net zo wordt verhoogd als in de afgelopen dertig jaar.
Volgens Verbon, die al vaker heeft gepleit voor het terugbrengen van de AOW-leeftijd naar 65, gaat het CPB ten onrechte uit van de theorie dat de AOW welvaartsvast is en is gekoppeld aan de jaarlijkse loonstijging. Dat is in de praktijk al dertig jaar niet meer zo, zegt Verbon. In een reactie daarop zegt het CPB overigens dat het loslaten van die koppeling betekent dat ouderen er op de lange termijn op achteruitgaan.
22 miljard euro minder
Verbon stelt dat wanneer de praktijk van de afgelopen dertig jaar echt wordt gevolgd - waarin de oudedagsvoorziening niet is gekoppeld aan de loon- maar aan de prijsstijging - de AOW niet alleen weer op 65 kan ingaan, maar ook nog kan worden verhoogd omdat er geld overblijft. Volgens zijn berekening vallen de uitgaven dan namelijk niet 12 miljard hoger uit in 2060 "maar 22 miljard lager dan de CPB-berekening".
De hoogleraar zegt dat het kabinet al sinds 2009 vreest dat de kosten voor de AOW de pan uit zullen rijzen en dat daarom ook is besloten om de AOW-leeftijd te verhogen. Maar dat is naar zijn mening dus onterecht.
50Plus-lijsttrekker Krol zegt dat het heel simpel is: "Als we de methodiek volgen die tot op heden is gevolgd dan is het bedrag dat nodig is om de AOW-leeftijd te verlagen, een stuk lager dan ons steeds is wijsgemaakt." Hij wil nog geen uitgebreide toelichting geven. Vrijdag gaan Verbon en zijn collega-hoogleraar Hollanders, die ook aan het onderzoek werkte, op een persconferentie dieper in op hun doorrekening.