'Geen bewijs dat justitie drugstransporten doorliet'

Er is geen bewijs dat justitie drugstransporten bewust heeft doorgelaten. Volgens de rechter-commissaris is er geen steun voor de bewering van een voormalige informant van de politie dat containers met drugs expres niet werden gecontroleerd.

De informant uitte de beschuldigingen aan het adres van justitie in het proces tegen de van corruptie verdachte douanier Gerrit G. en enkele medeverdachten. Ook in dit onderzoek zijn volgens ‘Paul’ containers met drugs doorgelaten.

Volgens de advocaten van de verdachten heeft het Openbaar Ministerie daarmee de regels overtreden. Na de IRT-affaire in de jaren 90 is er immers een verbod gekomen op het doorlaten van drugs. De advocaten lijken aan te sturen op de niet-ontvankelijkheid van het OM in de corruptiezaak.

Onbetrouwbaar

‘Paul’ is echter volgens de politie onbetrouwbaar. Hij was al eerder informant geweest, maar destijds door de inlichtingendienst (TCI) van de politie uitgeschreven. In juni van het vorig jaar meldde hij zich onder valse naam opnieuw bij de politie. Ondanks de ervaringen in het verleden werd besloten om opnieuw zaken met hem te doen omdat hij mogelijk belangrijke informatie in een lopend onderzoek kon geven.

Maar de informatie die ‘Paul’ gaf kwam grotendeels uit de krant en van internet, concludeerde de TCI. ‘Paul’ beloofde telkens aanvullende informatie over nummers van containers met drugs te geven maar kwam deze belofte niet na. Daarop heeft de TCI begin december ‘Paul’ geschrapt als informant en hem op de zwarte lijst geplaatst.

Stiekem

De politie stelt ook dat ‘Paul’ niet is ‘gestuurd’ bij het stiekem opnemen van gesprekken met de van corruptie verdachte douanier Gerrit G. Wel leverde de TCI de apparatuur waarmee ‘Paul’ de gesprekken opnam.

Tijdens de in het najaar opgenomen gesprekken gaf G., die in afwachting van zijn proces op vrije voeten was, allerlei tips voor het smokkelen van drugs. Nadat de gesprekken waren uitgelekt, werd G. opnieuw aangehouden.