Brandstofprijzen stoten de inflatie omhoog
De inflatie is in de maand januari als een komeet omhoog geschoten. De prijzen liggen 1,7 procent hoger dan vorig jaar, dat is voor het eerst in 3,5 jaar. In de afgelopen vijftien jaar is het maar één keer eerder voorgekomen dat de prijzen voor consumenten in korte tijd zo hard stijgen. In december bedroeg de inflatie nog een procent.
De oorzaak is uitzonderlijk. De belangrijkste aanjager van het hogere prijspeil is de brandstofprijs en dat komt niet als een verrassing. De 'energiebubbel' zat eraan te komen.
Prijsopdrijvers
In januari vorig jaar daalde de olieprijs onder de 30 dollar voor een vat en dat zoog de energieprijzen mee naar beneden. Olie kost nu twee keer zoveel. Een liter benzine aan de pomp kost nu gemiddeld 14 cent meer dan een jaar geleden, een liter diesel 20 cent.
Andere prijsopdrijvers zijn de prijzen van vliegtickets en vakantieparken, onder meer dankzij een langere kerstvakantie. Voor stroom betalen we ook meer, als gevolg van hogere heffingen.
Kerninflatie
Omdat de prijzen van energie, voeding, alcohol en tabak enorm kunnen fluctueren en afwijken door bijvoorbeeld belastingen, accijnzen en seizoensinvloeden wordt ook wel gekeken naar het inflatiecijfer zonder deze productgroepen, de zogeheten kerninflatie. Die steeg van 0,9 procent in december naar 1,4 procent in januari.
Met een aan Europa aangepast inflatiecijfer van 1,6 procent loopt Nederland ook weer meer in de pas met de Europese inflatie, die gemiddeld 1,8 procent bedraagt.
De Europese Centrale Bank (ECB) probeert de afgelopen twee jaar met een beleid van lage rente en continu draaiende geldpersen de inflatie in de eurozone op te krikken naar het gewenste niveau van bijna twee procent.