Regering Roemenië overleeft motie van wantrouwen

De regering van Roemenië heeft in het parlement een motie van wantrouwen overleefd. Er stemden 161 parlementariërs voor de motie. Om aangenomen te worden waren er 232 nodig. De regerende sociaaldemocraten, die een twee derde meerderheid hebben in het parlement, onthielden zich van stemming.

De vertrouwenskwestie speelt na het moment dat in het hele land dagelijks honderdduizenden mensen de straat op gingen om te demonstreren tegen een plan van de regering om corruptiezaken waarmee bedragen tot 45.000 euro gemoeid zijn niet langer strafbaar te stellen. Dat zou vele ambtenaren vrijwaren van vervolging wegens omkoping.

Het omstreden decreet met die strekking, dat was bedacht door de minister van Justitie, ging onder druk van de massaprotesten zondag al van tafel. Het kabinet zei dat het bedoeld was om iets te doen aan de overvolle gevangenissen.

Discotheek

De regering werkt intussen aan nieuwe anti-corruptiemaatregelen, die door het parlement moeten worden aangenomen en ook door de president moeten worden goedgekeurd. Corruptie is in Roemenië wijdverbreid en hardnekkig. De vorige premier, Ponta, moest aftreden na een corruptieschandaal rond een grote brand in een discotheek in 2015, waarbij 64 mensen om het leven kwamen.

De Roemenen hebben weinig vertrouwen in de overheid: bij de verkiezingen in december nam maar zo'n 35 procent van de kiezers de moeite om een stem uit te brengen. Veel betogers die ondanks het sneuvelen van het decreet nog dagelijks de staat op gaan eisen nu het aftreden van de centrum-linkse regering, die volgens hen zijn geloofwaardigheid heeft verloren. Maar er zijn lang zo veel demonstranten niet meer als vorige week.