Eerste Kamer stemt over intrekken Nederlanderschap terrorismeverdachte
De Eerste Kamer stemt vandaag over twee anti-terrorismemaatregelen, waardoor de minister van Justitie strenger kan optreden tegen terrorismeverdachten en jihadisten die terugkomen uit bijvoorbeeld Syrië of Irak. Maar wordt Nederland veiliger door de maatregelen?
"Dat zal de praktijk moeten uitwijzen", zegt terrorismedeskundige Jelle van Buuren.
Het eerste pakket aan maatregelen is bedoeld voor mensen die een gevaar vormen voor de nationale veiligheid of die van plan zijn zich aan te sluiten bij een terroristische organisatie. De minister van Justitie kan in zo'n geval een contactverbod, gebiedsverbod, meldplicht of uitreisverbod opleggen als hij denkt dat dat nodig is.
Het tweede deel van de maatregelen is voor mensen die terugkeren uit een gebied waar terroristen actief zijn en hier in Europese landen een gevaar kunnen vormen. Van hen kan de minister het Nederlanderschap intrekken en ze tot ongewenste vreemdeling verklaren. Daardoor kunnen ze niet op een legale manier naar Europa terugkeren.
In de praktijk kan het intrekken van het Nederlanderschap alleen worden toegepast op mensen met een dubbel paspoort, want de intrekking mag niet leiden tot stateloosheid.
De minister komt nu met bestuurlijke maatregelen waardoor hij makkelijker en sneller beslissingen kan nemen.
"Het is een opeenstapeling van maatregelen waarmee de minister zich wil voorbereiden op iedere mogelijke situatie", zegt Van Buuren. De maatregelen zijn nodig, omdat het strafrecht volgens sommige politici momenteel soms tekortschiet, zegt hij. "Daarom komt de minister nu met bestuurlijke maatregelen waardoor hij makkelijker en sneller beslissingen kan nemen."
Volgens hem zouden de maatregelen tegen enkele honderden mensen kunnen worden ingezet. Het gaat dan om mensen die nu bijvoorbeeld in IS-gebied in Syrië of Irak zijn en die in de toekomst zouden kunnen terugkeren. En: om mensen die nu in Nederland in de gaten worden gehouden omdat ze als een risico worden gezien.
De randen van de wet worden opgezocht.
Er is veel kritiek op de nieuwe wet, omdat een aantal maatregelen zonder tussenkomst van een rechter kunnen worden genomen. Die kritiek komt onder meer uit de Eerste Kamer zelf, waar senatoren zich afvragen wie de informatie van de veiligheidsdiensten controleert.
"Die kritiek kan ik me voorstellen, omdat de randen van de wet worden opgezocht", zegt Van Buuren. "Iemand kan wel naar de bestuursrechter stappen, maar die toetst heel marginaal. Dus er is wel wat rechtsbescherming, maar een stuk minder dan we gewend zijn in het strafrecht. Omdat het gaat over nationale veiligheid, geeft de wet wel iets meer ruimte."
Toch zouden de maatregelen uiteindelijk kunnen leiden tot een juridische strijd, zegt hij. "Je kunt ervan uitgaan dat als deze zaken gaan spelen, het tot de hoogste rechter wordt aangevochten met de vraag of dit nu te ver gaat of niet."
Nog meer maatregelen
Morgen buigt ook de Tweede Kamer zich over anti-terrorismemaatregelen. Daar gaat het dan over meer bevoegdheden voor de AIVD en de MIVD. Het kabinet wil namelijk dat die inlichtingendiensten meer mogen gaan aftappen. Ook op die plannen is veel kritiek.