Een vrouw maakt gebruikt van de Stemwijzer
NOS NieuwsAangepast

De Stemwijzer is weer online: zes vragen en antwoorden

Geen nood als je nog niet weet op welke partij je moet stemmen bij de verkiezingen op 15 maart. De Stemwijzer is weer online en kan je helpen bij je keuze. Wie maakt er allemaal gebruik van? En volgen veel mensen het gepresenteerde advies?

Het begon in 1989 met een floppydisk. Mensen konden die kopen, thuis in hun computer stoppen en een test doen: de Stemwijzer. Negen jaar later kwam de eerste internetversie, die in aanloop naar de verkiezingen inmiddels door miljoenen mensen wordt ingevuld.

Sinds het middaguur is de nieuwste Stemwijzer, van ProDemos, weer online te raadplegen. Zaterdag gevolgd door de belangrijkste concurrent: Kieskompas van politicoloog André Krouwel. Zes vragen over deze stemhulpen, die in de loop van de tijd steeds invloedrijker zijn geworden.

Wat is het verschil tussen de Stemwijzer en Kieskompas?

Wat beide websites met elkaar gemeen hebben, is dat ze aan de hand van stellingen de gebruiker helpen om zich in 10 tot 15 minuten politiek te oriënteren. Bij welke partijen sta jij in de buurt en welke staan verder van je af? Bij de Stemwijzer gebeurt dat aan de hand van een rangorde van partijen. Het Kieskompas, dat Krouwel ook maakt in landen als de VS en Frankrijk, toont je na het invullen grafisch je plek in het politieke landschap tussen alle partijen.

Hoeveel mensen maken gebruik van deze stemhulpen?

Bij de laatste Kamerverkiezingen in 2012 vulden 4,85 miljoen bezoekers de Stemwijzer in en 1,5 miljoen het Kieskompas. Daar zitten natuurlijk ook overlappingen in van mensen die beide tools raadplegen. De schatting is dat zo'n 40 procent van de kiezers bij een stemhulp langsgaat.

Wie zijn die bezoekers?

Politicoloog Jasper van de Pol van de Universiteit van Amsterdam promoveerde afgelopen december op onderzoek naar de kieswijzers, waarbij hij vooral gebruikmaakte van data van het Kieskompas. Zoals bij de meeste internettools ziet hij een oververtegenwoordiging van jongere, hoger opgeleide mensen die in dit geval bovenmatig veel interesse hebben in politiek. Maar omdat de stemhulpen zo populair zijn, zijn er ook veel bezoekers uit andere groepen.

Zo’n 60 procent van de bezoekers is wat Van de Pol 'checkers' noemt: mensen die al wel een idee hebben op welke partij ze ongeveer willen gaan stemmen, maar benieuwd zijn of die voorkeur ook uit de stemhulp komt. De overige 40 procent twijfelt veel meer. Bij deze laatste groep heeft Van de Pol het meest positieve effect van deze tool gemeten. Hij heeft geen bewijs kunnen vinden dat hun kennis van de politiek toeneemt, maar zij hebben wel het gevoel dat ze hun stem na het raadplegen beter kunnen onderbouwen. "Het politiek zelfvertrouwen neemt toe", zoals de onderzoeker het uitdrukt.

Hoeveel mensen volgen het gepresenteerde advies'?

Dat is volgens Van de Pol moeilijk te meten. Daarvoor gaan er te veel dingen door iemands hoofd op het moment dat die een bepaalde uitslag gepresenteerd krijgt. Zoals: stond de partij die als nummer 1 naar voren komt al hoog op iemands voorkeurslijstje? En is die partij op dat moment positief of juist negatief in het nieuws?

Hebben de stemhulpen ook beperkingen?

Zeker, politicologen waarschuwen om niet blind af te gaan op de Stemwijzer of het Kieskompas. Kiezers baseren zich immers niet alleen op de programma's van partijen bij het bepalen van hun stem. Zij kijken bijvoorbeeld ook naar de lijsttrekkers en naar de vraag wat partijen de afgelopen jaren hebben gedaan. Om aan die laatste behoefte tegemoet te komen heeft de organisatie achter de Stemwijzer ook de StemmenTracker ontwikkeld, waar je kunt checken wat partijen in de Tweede Kamer de afgelopen periode hebben gestemd.

Zijn Stemwijzer en Kieskompas de enige stemhulpen?

Allerminst, er komt onder meer een Jongerenkieswijzer en een stemwijzer voor ondernemers van werkgeversorganisatie VNO-NCW. Maar politicologen nemen die toch minder serieus omdat de meeste kiezers zich niet laten leiden door één issue.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl