Internetpolitie tegen IS-propaganda op sociale media
Een landelijke politie-eenheid gaat zich bezighouden met het bestrijden van IS-propaganda op internet. In sommige gevallen zal providers gevraagd worden de berichten te verwijderen.
Het team, met de naam Internet Referral Unit, gaat ook meehelpen om de verspreiders van de propaganda van de terreurgroep te achterhalen. Deze maand worden vijf politiemedewerkers geworven voor de eenheid.
De politie heeft met deze aanpak al bijna een jaar geëxperimenteerd. In die periode werden negentien jihadistische berichten geïdentificeerd, waarvan er tien werden gemeld aan providers. Die hebben op hun beurt zeven van die berichten verwijderd. Sommige van de niet doorgegeven berichten werden zelf al door providers gewist.
'Gênante situatie'
Het plan voor een dergelijke eenheid was er al langer, maar tot nu toe kwam het niet van de grond. In 2014 stond in het Actieprogramma Integrale Aanpak Jihadisme al dat de politie cyberjihadisten hard zou gaan aanpakken en dat er een zwarte lijst zou komen van jihadistische websites. De ministeries van Veiligheid en Justitie en Sociale Zaken erkennen dat beide maatregelen nog niet zijn uitgevoerd. Onder ambtenaren wordt gesproken van een "gênante situatie", schrijft de NRC.
De Nationale Politie erkent tegen de NOS dat het veel tijd heeft gekost om de werkwijze van het IRU te ontwikkelen. Wanneer de onlineberichten opruiend zijn of werven voor de gewapende strijd kan de politie actie ondernemen.
"We hebben veel aandacht besteed aan het definiëren van die twee pijlers. Dat is gebeurd in samenspraak met het Openbaar Ministerie en het ministerie van Veiligheid en Justitie. We willen voorkomen dat we een soort internetpolitie worden die tornt aan de vrijheid van meningsuiting", zegt Suzanne de Graaf van de Nationale Politie. Ook kost het werven van het juiste personeel veel tijd.
Deze week werd bekend dat nabestaanden van de aanslagen in Parijs en Brussel Twitter aanklagen. Het sociale medium zou te weinig hebben gedaan om te voorkomen dat IS het platform gebruikt als "krachtig wapen voor terrorisme".