'EK allround en sprint is toernooi met een dikke buik'
Nog meer wedstrijden, nog meer schaatsers, nog meer kampioenen en nog meer dweilpauzes. In totaal wordt er dit weekend bijna 15 uur geschaatst. Met de EK allround én sprint wordt voor het eerst in de geschiedenis een gecombineerd toernooi georganiseerd, maar is dit wel wat het schaatsen nodig heeft?
Terwijl de EK allround en sprint al een tijdje bezig zijn, wordt er in de wandelgangen van Thialf vooral gesproken over de nieuwe toernooivorm. Dat er meer wordt geschaatst, wordt niet echt als een probleem gezien. "Dit is de ouderwetse lengte", vertelt John Volkers, al sinds 1989 journalist bij De Volkskrant.
De moderne mens wil denk ik niet meer zo lang voor een televisie zitten, maar je hebt een knop op je afstandsbediening.
"Vroeger had je geen beperking van 24 deelnemers en had je 16 deelnemers die de 10 kilometer schaatsten. Het publiek maakt het niet zo veel uit, hoor. De moderne mens wil denk ik niet meer zo lang voor een televisie zitten, maar je hebt een knop op je afstandsbediening. Voor de mensen in het stadion is het geweldig."
Ronald Kruit, die al meer dan 50 jaar schaatsstatisticus is en alle veranderingen heeft meegemaakt, is het eens met Volkers. "Ik heb net wat mensen gesproken op de westtribune en zij waren wel blij. Die betalen flink voor een kaartje en krijgen zaterdag waar voor hun geld. Maar ik vergelijk het een beetje met Europees voetbal. Dan zitten we ook drie avonden aan de buis gekluisterd."
Afgelopen zomer werd op het ISU-congres besloten dat ook de sprinters een Europees kampioenschap zouden krijgen. Aanvankelijk leek het er juist op dat de 10 kilometer ging verdwijnen op de EK allround en dat er een internationaal toernooi zou worden geschrapt, maar de 10 kilometer bleef en er kwam dus een toernooi bij. En dus ook twee kampioenen.
Mark Tuitert, analyticus namens de NOS, denkt dat de schaatsbond ISU niet zo goed weet hoe het moet omgaan met de schaatssport. "Het is zo gekomen omdat er bij het ISU-congres werd gestemd over voorstellen van verschillende landen", zegt de olympisch kampioen van 2010.
Er is niet echt een visie hoe de schaatssport er echt uit zou moeten zien.
"Het is een systeem 1 land, 1 stem. En dan heeft Nederland, een land met veel schaatskennis, net zo veel stemrecht als een land dat nooit successen heeft geboekt op de ijsbaan", legt Tuitert uit.
"De 10 kilometer zou worden afgeschaft, maar die ging niet weg. Dus dit is een compromis geweest. Dit is niet ideaal. Volgend jaar is er geen EK allround en sprint, maar een EK afstanden. Hoe leg je dat de mensen uit? Er is niet echt een visie hoe de schaatssport er echt uit zou moeten zien."
Indeling van het programma
Maar het toernooi is er en dat is een feit dat voorlopig niet zal veranderen. Er worden nog wel vraagtekens gezet bij de indeling van het programma. Want is dit nou het ideale programma? Op vrijdag en zondag worden er vier afstanden verreden. Op zaterdag maar liefst acht, waardoor er die dag 7,5 uur wordt geschaatst. Op zaterdag is bij de vrouwen de allroundkampioene bekend en wordt bij de mannen de sprint beslist.
Kruit: "Ik zag het interview met Ireen Wüst, waarin ze zei dat ze het jammer vindt dat de kampioen bij de vrouwen een dag eerder bekend is dan bij de mannen. En dat begrijp ik heel goed. Dat moet en kan anders. Je zou het allroundtoernooi over drie dagen moeten verdelen, zodat je op zondag een mooi slot hebt."
Sebastiaan Timmerman, radiocommentator bij de NOS, denkt ook dat het beter is als het programma anders wordt ingedeeld. "De allrounders rijden 4 afstanden binnen 20 uur. Wüst is vanavond tussen 22.00 uur en 22.30 uur in het hotel en moet zaterdag om 11.00 uur weer de 1.500 meter schaatsen. En niet veel later wacht de 5.000 meter."
Zaterdag wordt sowieso een erg lange dag. Een dag die begint om 11.00 uur en iets na 18.30 uur passeert de laatste schaatser de finish. Timmerman: "In de tijd dat iedereen het heeft over kortere sportevenementen, weet ik niet of het handig is om een sportdag van acht uur in te ruimen. Aan de andere kant: ik ben het bij het wielrennen wel gewend dat je een hele dag bezig bent. Maar het is bijna ook niet anders in te delen."
Volkers vult hem aan. "De indeling van het toernooi is eigenlijk een toernooi met een dikke buik. Smal op de voeten, een smal kopje en de buik dijt een beetje uit", aldus de journalist, die het allemaal wel prima vindt. "Ik probeer me altijd te verplaatsen in het publiek. Het is wel spectaculair, zo'n vermenging."