Veel animo voor Pools vrijwilligersleger
Je moet goed kijken, dan zie je het pas. De loop van een machinegeweer steekt onder het mos vandaan. Er beweegt iets: een jongen, volledig in camouflagepak, komt onder de grond vandaan en sluipt met het mos nog op zijn wapen richting de dichtstbijzijnde boom. Hij vuurt, een plastic geluid van schoten schalt door het bos. Dan begint hij te lachen: "Was het zo goed?"
We zijn bij een training van een paramilitaire club uit Urle, een dorp ten oosten van Warschau. Tientallen jongeren trekken elk weekend het bos in om 'oorlogje te oefenen'. Ook nu zijn er zo'n dertig jongens en meisjes komen opdagen, ondanks de regen. Allemaal in camouflage-uniformen, met kisten, sommigen met een bivakmuts en een namaak-mitrailleur.
De populariteit van dit soort clubs is enorm en neemt alleen maar toe. Waarom? Een van de leden strijkt over zijn borst en zegt, ietwat theatraal: "Ik ben een patriot en wil mijn land kunnen verdedigen."
53.000 vrijwilligers
Het zijn dit soort clubs waar Polen uit zal putten voor zijn enorme vrijwilligersleger. Binnen drie jaar moeten 53.000 Poolse burgers voor deze territoriale verdedigingsmacht worden opgeleid. Ze krijgen wapentraining en een uniform. De eerste tienduizend vrijwilligers hebben zich al gemeld in de provincie aan de oostgrens. Daar zullen ook de eerste brigades worden gevormd.
Aanleiding voor de plannen is de spanning tussen de Europese Unie en Rusland. De angst voor een conflict is alleen maar toegenomen sinds de verkiezing van Donald Trump en zijn uitspraken over de NAVO. "We kunnen er niet van uitgaan dat de NAVO ons helpt", zegt een van de jongens in Urle. "We hebben een heel gevaarlijke buurman, Rusland, die op elk moment agressief kan worden. Dan zijn we op onszelf aangewezen."
De leider van de groep roept de jongens en meisjes bij elkaar. Knielend in een kring houden ze strategisch overleg. "De eerste groep heeft als taak voedsel en munitie te regelen. Groep B gaat met mij naar punt C waar we informatie zullen krijgen. En wapens in de aanslag, want we weten zeker dat de vijand er zal zijn, dus wees voorbereid op een aanval."
Veel aanmeldingen
De leider is commandant in het leger en begeleidt de club in zijn vrije tijd. De clubleden kijken naar hem op en luisteren goed. Het is duidelijk dat ze het serieus nemen. "Dit is mijn hobby, maar mogelijk ook mijn toekomst", zegt een van de jongens. De leden willen allemaal wel in het vrijwilligersleger, of in het echte leger. Maar daar komen al jaren zoveel aanmeldingen binnen, dat niet iedereen wordt aangenomen.
We hebben allebei nodig: een gewoon leger en een burgermacht.
Kritiek op de plannen is er ook. Want terwijl de minister van Defensie zegt een miljard euro uit te willen trekken voor de oprichting van dit vrijwilligersleger, kan dat geld volgens critici beter aan reguliere manschappen of modernisering van het materieel worden gespendeerd. "Het is zeker zo dat het vrijwilligersleger voor de regering op dit moment op de eerste plaats komt, nog voor de behoeften van het gewone leger", zegt militair expert Juliusz Sabak. Maar volgens hem moet het burgerleger vooral gezien worden als een aanvulling op de Poolse landmacht.
"Ze zullen vooral achter de frontlinie actief zijn. Met het verzorgen van gewonden, bevoorrading, of het vechten tegen speciale eenheden die achter de frontlinie worden gedropt. In deze tijden van hybride oorlogsvoering hebben we allebei nodig, een gewoon leger en een burgermacht."
Dan is er nog de angst dat het burgerleger niet alleen wordt opgeleid voor een mogelijk conflict met Rusland, maar ook ingezet gaat worden bij binnenlandse conflicten. Volgens Sabak is ook die angst onterecht. "Het plan voor een vrijwilligersleger was er ook al onder andere regeringen. Daarbij gaat het nog jaren duren voor ze getraind en actief zijn, nog zeker drie jaar."
In Urle hebben ze die tijd ook nog wel nodig. De jongens lopen in formatie door het bos. De vijand is daar, schreeuwt de voorste. Twee jongens vallen op de grond en beginnen te schieten, de anderen lopen alle kanten op.
Maar aan zelfreflectie is in Polen geen gebrek: "Ik heb niet zo'n hoge dunk van onze eenheid. Voorlopig zie ik ons nog niet vechten tegen een professioneel leger. Maar uiteindelijk zullen we in staat zijn om het vaderland en de burgerbevolking te beschermen."