Oud-militair nieuwe premier Egypte
De Egyptische president Mubarak heeft oud-militair Ahmed Shafiq benoemd tot nieuwe premier. Shafiq was eerder commandant bij de luchtmacht en minister van Luchtvaart in de regering van Mubarak.
Mubarak heeft ook een vicepresident benoemd. De nieuwe tweede man is de 74-jarige Omar Suleiman. Hij is net als Shafiq een vertrouweling van Mubarak en het hoofd van de inlichtingendienst. Eerder werkte hij ook bij het leger.
Sinds Mubarak in 1981 aan de macht kwam, had Egypte geen vicepresident. Voor zijn benoeming tot president was Mubarak zelf tweede man onder Anwar Sadat.
Mubarak is niet van plan om op te stappen, maar belooft wel hervormingen. Vandaag zal hij een nieuwe regering installeren, die moet zorgen voor meer democratie en welvaart.
'Rechten moeten worden eerbiedigd'
De leiders van Duitsland, Frankrijk en Groot-Brittannië hebben de Egyptische president Mubarak gevraagd af te zien van geweld tegen ongewapende demonstranten. De rechten van de betogers moeten worden eerbiedigd, zeggen bondskanselier Merkel, president Sarkozy en premier Cameron in een gezamenlijke verklaring.
Verder roepen ze op tot de vorming van een breed samengestelde regering en tot vrije en eerlijke verkiezingen. President Obama heeft met zijn veiligheidsadviseurs over de situatie in Egypte overlegd. Hij riep opnieuw op tot terughoudendheid.
Toespraak
De president liet vrijdagnacht in een televisietoespraak weten dat hij de oude regering naar huis heeft gestuurd. Het was de eerste keer dat Mubarak reageerde op de protesten tegen zijn regime. Die begonnen dinsdag.
Mubarak zei dat hij de ontevredenheid van de Egyptenaren begrijpt en dat iedereen zijn mening mag uiten, maar wel binnen de grenzen van de wet. Hij verdedigde het optreden van de ordetroepen, die volgens hem terughoudend zijn.
Waarmaken
Mubarak zei verder dat hij niet zal toestaan dat Egypte wordt gedestabiliseerd. "Wat we nodig hebben is een dialoog en geen chaos", aldus de 82-jarige Mubarak.
Na de toespraak van Mubarak keerde een groot deel van de betogers weer terug naar het centrale Tahrirplein in de hoofdstad Caïro. Dat was vlak daarvoor nog schoongeveegd door ordetroepen.