Muhammad Ali
NOS SportAangepast

Dubbelman en Ali: Hollandse fotograaf en bokslegende

Een pijnlijke dag. Zo zal Volkskrant-fotograaf Guus Dubbelman zich 3 juni 2016 herinneren. De dag waarop bokslegende Muhammad Ali op 74-jarige leeftijd overleed aan de gevolgen van Parkinson. Voor Dubbelman was Ali meer dan de bokser, meer ook dan de idealist die streed voor gelijkheid. Hij beschouwde Ali als een vriend, die hij een aantal keren van zeer dichtbij meemaakte.

Natuurlijk wist Dubbelman dat Ali al dertig jaar gebukt ging onder zijn ziekte en dat ooit het telefoontje zou komen dat ‘The Greatest’ was overleden. “In dit geval belde mijn schoonzoon met het bericht. Dan voelt het echt wel alsof er iets van jezelf sterft. Ik wil het niet te dramatisch maken, want je moet je echte verdriet voor je familieleden houden. Je moet het sterrendom niet overdrijven."

Keuzes

Dubbelman vervolgt: "Voor mij persoonlijk is Ali ontzettend belangrijk in alle keuzes die ik heb gemaakt. De vrouwen in mijn leven, de landen waar ik ben geweest, het beroep dat ik heb gekozen, de gevoelens die ik voor het leven op aarde heb. Dat heeft allemaal met Muhammad Ali te maken...”

De interesse voor de bokser Ali ontstond bij Dubbelman in de jaren zestig, toen hij in het boek ‘Het aanzien van 1966’ een aantal foto’s zag van de wereldkampioen zwaargewicht. “Ik ben altijd heel erg geboeid geweest door ridders, vechters, de mens in actie. Misschien omdat ik zelf altijd een heel iel type ben geweest. Die foto’s in het boek, daar heb ik jaren naar zitten kijken.”

De fascinatie van tiener Dubbelman voor het boksfenomeen uit Louisville nam extreme vormen aan. “Het is een bijna totale obsessie geweest voor mij."

Muhammad Ali tijdens een training in 1976

Boekpromotie

In 1976 had Dubbelman de kans om Ali, wiens ster door legendarische gevechten tegen George Foreman (‘The Rumble in the Jungle’) en Joe Frazier (‘The Thrilla in Manilla’) nog verder was gerezen, persoonlijk te ontmoeten. Ali was voor een boekpromotie in Nederland en scholier Dubbelman zocht hem op in het Amsterdamse Okura Hotel.

“Ik heb hem in de hal opgewacht en daar kwam hij binnen. Imposante man met een groot gevolg. Ik liet hem mijn plakboeken zien en hij zette er heel routineus een handtekening in. Toen ontstond een gesprekje. Ik zei: ‘Je bent hier met je vriendin hè, dat is niet zo netjes’. Hij keek me aan en zei: ‘Maar weet je, mijn vrouw is ook vreemdgegaan’.

Toen liep hij weg, draaide zich om en zei: ‘Come along’. Ik ben de hele avond bij hem geweest. We hebben een lang gesprek gehad. Over racisme, over Joe Frazier.”

Wat mij wel boeide in de man was zijn ongelooflijke manier van communiceren

Guus Dubbelman

De ontmoeting klinkt als de ultieme jongensdroom: jochie ontmoet held. De jonge Guus Dubbelman was bepaald echter geen kritiekloze groupie. “Op een moment zei z’n vriendin: ‘Muhammad, deze jongen gelooft alles wat je zegt’. Zo was het absoluut niet. Wat mij wel boeide in de man was zijn ongelooflijke manier van communiceren. Dat ken je in Nederland eigenlijk helemaal niet, mensen die op die manier in het leven staan.”

Humor

Die manier van communiceren bleek uit de intimiderende, ook poëtische wijze waarop Ali zijn tegenstanders verbaal tegemoet trad. Maar ook de wijze waarop hij opstond tegen racisme, inspireerde Dubbelman. “Hij probeerde met humor mensen over serieuze dingen na te laten denken. Je moet het als een voodoo-pop zien. Met kleine pinnetjes zette hij de gemiddelde Amerikaan aan tot nadenken.”

Ali weigerde in de jaren zestig naar de oorlog in Vietnam te gaan. Het leverde hem een veroordeling en een jarenlange schorsing op. “Als je zoveel van boksen houdt en er zoveel geld mee kan verdienen, en je besluit dan zoiets omdat het tegen je morele en godsdienstige overtuiging is… De woorden die hij daarover zegt, zijn echt historisch.”

Guus Dubbelman (links) en Muhammad Ali

In de jaren na de bijzondere dag in het Okura Hotel bleef Dubbelman, inmiddels fotograaf, het spoor volgen van Ali. Dubbelman dineerde bij hem thuis in Chicago, bezocht gevechten in Las Vegas en werd hartelijk ontvangen door de bokskampioen. “Hij was altijd heel amicaal, vriendelijk en behulpzaam.”

Parkinson

De belangrijkste ontmoeting vond plaats in 1985, toen Dubbelman zijn held opzocht in zijn huis in Los Angeles. Ali was inmiddels een gepensioneerd bokser, bij wie een jaar eerder Parkinson was geconstateerd. “Ik ben toen vijf, zes dagen bij hem geweest, mocht alles fotograferen behalve zijn bidden. Hij zei toen: ‘Show the world how the greatest of all time goes down the drain’. Toen zei hij ook dat hij misschien wel zelfmoord had gepleegd, als hij zijn religie niet had gehad.”

Uiteindelijk overleed Muhammad Ali na een lijdensweg die nog 31 jaar zou duren. “Je zag natuurlijk zijn aftakeling. Een van de laatste beelden die ik van hem had, was tijdens de Olympische Spelen in Londen. Je zag eigenlijk alleen nog een mummy die voortbewoog. De echte Ali is al heel lang verdwenen. Dat deed op zich al heel erg pijn, want de man heeft voor zoveel vreugde gezorgd, gedachten bij mij losgemaakt.”

Muhammad Ali tegen Doug Jones in 1963

Een van de laatste beelden die ik van hem had, was tijdens de Olympische Spelen in Londen. Je zag eigenlijk alleen nog een mummy die voortbewoog

Guus Dubbelman

“Ik denk dat de dood voor hemzelf als een verlossing moet zijn gekomen. Lichaam en geest zijn altijd één. Om je lichaam dan zo vernietigd te zien worden, dat moet een gruwelijk lot zijn geweest. Daar heeft hij zich nooit over uitgesproken. Hij heeft zijn ziekte altijd manmoedig gedragen. Maar wat zich werkelijk in zijn ziel heeft afgespeeld, dat moet een heel moeilijk gevecht zijn geweest.”

Uitvaart en herdenkingsdienst

Guus Dubbelman reisde naar Louisville, Kentucky, om aanwezig te zijn bij Ali’s uitvaart en de herdenkingsdienst. “Alle beelden die ik in mijn hoofd heb van Ali trekken dan langs. Het is een beetje weemoed.”

Tegelijkertijd zijn de beelden van de bokslegende voor Dubbelman een remedie tegen sombere buien. “Als ik een beetje chagrijnig ben, zet ik een DVD van hem op om monter te worden. Wie mij kent, weet dat ik erg over de dingen nadenk. Dan is iemand als Ali prettig om een soort prop in je hoofd los te weken. Dat helpt.”

Muhammed Ali tegen Joe Frazier in 1971

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl