Tientallen wielerkoersen te laat met betalen, renners wachten op miljoenen

Profwielrenners wachten nog steeds te lang op hun prijzengeld. Ook in 2016 zijn er nog tientallen wielerkoersen die te laat zijn met betalen. Onder andere de organisaties van de Tour de France, Giro d'Italia, Criterium du Dauphine, Tour of Yorkshire, Tour of California en de Clásica San Sebastián overschrijden de betalingstermijn van negentig dagen. Een regel die opgelegd is door de UCI, de internationale wielerunie.

Miljoenen euro's aan prijzengeld staan nog op allerlei rekeningen, behalve op die van de wielrenners zelf. Van sommige koersen is het onbekend waar het geld staat geparkeerd. In praktisch alle landen fungeert de nationale bond als een tussenpersoon bij de betalingen en daar zit dan ook de vertraging.

"Het is ontzettend vervelend." zegt Reinier Honig, afgelopen twee seizoenen renner bij Team Roompot. "Voor ons 'kleine' wielrenners kun je van een minimumloon door middel van het prijzengeld een modaal inkomen maken. Als betalingen dan lang op zich laten wachten - soms komt het geld helemaal niet - is dat gewoon irritant."

Op een lijst, die in het bezit is van de NOS, staan meer dan vijftig koersen waarvan de renners nog wachten op het prijzengeld. Opvallend is dat veel Franse (vijftien) en Spaanse (dertien) wedstrijden ruim te laat zijn met betalen. Sommige zelfs al bijna een jaar.

Nederlandse wedstrijden komen niet voor op de lijst. "Zij hebben hun zaakjes goed op orde", complimenteert Honig onder meer de Amstel Gold Race en de Ronde van Drenthe.

'Prijzengeld is drie- tot vijfduizend euro'

Een renner die een contract heeft bij een procontinentale ploeg verdient doorgaans 1.800 tot 1.900 euro netto per maand. "En jongere renners vaak nog minder", gaat Honig verder. "Aan prijzengeld verdienen wij ongeveer drie- tot vijfduizend euro per jaar. Dus ga maar na wat dat voor ons betekent."

Voor de grotere en bekendere renners is het prijzengeld een minder belangrijke factor in hun wielerleven. Zij verdienen een salaris dat bovenmodaal is. Zo geldt er voor een WorldTour-renner een minimum salaris van 36.600 euro. Maar er zijn ook tientallen coureurs die meer dan een half miljoen euro per jaar verdienen, tot enkele uitschieters van twee, drie of vier miljoen.

Voor die laatste categorie renners is het prijzengeld een leuk douceurtje. Maar doordat de Giro en de Tour nog niet met het geld over de brug zijn gekomen, wachten bijvoorbeeld Tom Dumoulin (onder andere twee etappezeges in de Tour) en zijn ploeggenoten nog op enkele tienduizenden euro's.

'Problemen met verdeling'

De Franse wielerbond FCC wijt de late betaling van de Tour de France aan een nieuwe verdeelsleutel die de organisatie van de Ronde van Frankrijk, de ASO, zou hanteren. Volgens David Lappartient, de voorzitter van de Franse bond, is dat inmiddels opgelost en wordt het geld voor het eind van 2016 aan de renners overgemaakt.

Lappartient was verder stellig en meldde dat al het prijzengeld van wedstrijden vóór de Tour was betaald. Honig verwijst die opmerking van de Franse preses naar het rijk der fabelen en lepelt moeiteloos zes koersen van voor juli op die hun prijzengeld nog niet hebben betaald. Die wedstrijden staan ook op de lijst met 'wanbetalers' die in het bezit is van de NOS.

Ook Bobbie Traksel, voorzitter van de atletencommissie van de UCI, is op de hoogte van het betalingsprobleem. Daarnaast doet hij vanuit zijn functie ook een voorstel over hoe in de toekomst om te gaan met de organisaties van wielerwedstrijden.

"Er zijn wedstrijden waar het voor renners zeer onveilig is om te koersen, waarvan de televisieregistratie om te huilen is en waar de centen te laat worden overgemaakt", vertelt Traksel. "Zo'n koers staat jaar in jaar uit 'gewoon' op de wedstrijdkalender. Ondertussen moeten renners blij zijn met een jaarcontract en krijgen ploegen van de UCI soms maar een licentie voor twee of drie jaar. Dat is iets waar we naar kijken."

Betalingen gaan gelukkig beter

Het is niet nieuw dat wielerkoersen laat zijn met het overmaken van prijzengeld. Ook in 2014 trokken diverse renners aan de bel. "Maar het wordt wel iets beter", zegt Martin van Steen van CyclingService.

Van Steen is in dienst van het bedrijf dat ingehuurd wordt om betalingen te regelen. "Een organisator moet dertig dagen voor de start van een koers het prijzengeld overmaken naar de nationale bond van het land waar de wedstrijd is. De bond regelt dan de uitbetaling of huurt een bedrijf zoals CyclingService in voor verspreiding van het prijzengeld."

Bij elk team is iemand verantwoordelijk voor de verdeelsleutel binnen het team. Als Chris Froome de Tour wint, delen ook zijn ploeggenoten mee in de 500.000 euro die daarvoor staat.

Van Steen: "Ploegen en renners hebben afspraken over hoe het geld verdeeld wordt. Want wat doe je bijvoorbeeld met een ploegmaat die op de tweede dag van de Tour uitvalt? Deelt hij wel of niet volledig mee in de prijzenpot? Ploegen en renners regelen dat onderling. Wij worden inmiddels door twintig profploegen ingehuurd om die betalingen dan ook weer te regelen."

Eind december kunnen de 198 renners die gestart zijn in de Tour de France een deel van de 2,3 miljoen euro op hun bankrekening verwachten. Voor de ene coureur meer dan een dertiende maand, voor de ander een leuke bijkomstigheid.

De ASO, de organisator van onder andere de Tour de France, wilde ondanks diverse verzoeken van de NOS niet reageren op dit verhaal.