'Brexit-onderhandelingen moeten snel: in 1,5 jaar'
De EU en Groot-Brittannië hebben maar weinig tijd om de onderhandelingen over een brexit af te ronden. Michel Barnier, de belangrijkste onderhandelaar namens de Europese Commissie, zegt dat er volgens de regels in oktober 2018 een akkoord moet liggen.
Volgens het Europese verdrag zit er twee jaar tussen de aankondiging van een vertrek (artikel 50) en het daadwerkelijke verlaten. In de praktijk blijft er maar 1,5 jaar over om echt te onderhandelen, zegt Barnier. Het onderhandelingsresultaat moet namelijk ook nog worden goedgekeurd door alle 27 overgebleven EU-landen en het Europees Parlement. Die hebben ongeveer een half jaar nodig.
Het is aan de Britten om te zeggen wat zij willen. Daarop zullen wij antwoorden.
Barnier praatte vandaag voor het eerst de pers bij over zijn werk als brexit-onderhandelaar. Hij is al in achttien EU-landen geweest om te praten over de brexit, maar met de Britse regering wil hij pas officieel spreken als premier May de artikel-50-procedure start. "We willen eerst een officiële aankondiging dat Groot-Brittannië vertrekt, pas daarna wordt er onderhandeld."
Wat de Europese inzet wordt van de onderhandelingen, blijft voorlopig vaag. Volgens Barnier ligt de bal in Groot-Brittannië. "Het is aan de Britten om te zeggen wat zij willen en het is aan ons om daarop te antwoorden."
Noorwegen als voorbeeld
Tegelijk sprak Barnier duidelijke taal. Groot-Brittannië kan als niet-EU-lid nooit dezelfde rechten krijgen als EU-leden en de toegang tot de gemeenschappelijke markt kan er alleen komen als de Britten zich ook aan andere EU-regels houden.
Volgens Barnier is de kans groot dat de Britten gaan betalen om toch toegang te houden tot de gemeenschappelijke markt. "Je ziet dat ook bij Noorwegen. Die dragen bij aan het Europese budget, dus dat zal normaal gesproken ook voor de Britten gelden."
Barnier denkt dat het niet zal lukken om binnen 1,5 jaar op alle punten een akkoord te hebben. Daarom moet er een soort tussenperiode komen. Dat is een periode waarin Groot-Brittannië officieel geen lid meer is, maar waarin een heleboel bestaande afspraken tussen de Britten en de EU voorlopig van kracht blijven.