Koning opent nieuwe vleugel Leidse instrumentmakers School

• Trudy van Rijswijk

  Verslaggever

Koning Willem-Alexander opent vandaag een nieuwe vleugel van de Leidse instrumentmakers School (LiS). De school bestaat dit jaar 115 jaar, en leidt op tot precisie-instrumentenmaker. Het is een kleine school met zo’n 400 leerlingen, maar de opleiding is wereldberoemd.

De school is in 1901 opgericht door Nobelprijswinnaar Kamerlingh Onnes. Hij was natuurkundige, en maakte zoals bijna alle geleerden in die tijd zijn instrumenten zelf. Dat schoot niet op en daarom stichtte hij zelf een opleiding die topinstrumentenmakers moest afleveren. Toen hij in 1913 de Nobelprijs kreeg, verklaarde hij dat hem dat nooit gelukt zou zijn zonder de instrumentenmakers van de Leidse school.

Nog altijd leveren de leerlingen van de school topprestaties, vaak al tijdens hun opleiding. Ze bedenken, ontwerpen en maken instrumenten in opdracht van de wetenschap (denk daarbij aan de deeltjesversneller van CERN bij Genève) maar ook van het bedrijfsleven, zoals ASML en Philips. Ook internationaal staat de school hoog in aanzien.

De leerlingen zijn nu bijvoorbeeld bezig met het maken van een bionische mol, die kan helpen bij archeologisch onderzoek. De mol, van doorzichtig pvc, moet zichzelf ingraven en zoeken naar scherven. Op die manier kan veel graafwerk worden voorkomen.

Een andere leerling is bezig met het maken van lagertjes die in een hulpmiddel moeten komen voor iemand die zijn knie niet kan bewegen. Met engelengeduld draait hij heel voorzichtig piepkleine busjes. Weer een ander heeft een snijapparaat ontworpen voor een Duits bedrijf waar medische apparatuur wordt gemaakt. Er kan moeiteloos mee geopereerd worden via een kleine incisie.

Meer ruimte

De leerlingen komen allemaal zonder enige moeite aan een baan. Sterker nog: ruim voor ze afstuderen worden ze al door bedrijven benaderd.

De vleugel die koning Willem-Alexander opent gaat er echter niet toe leiden dat de school veel meer leerlingen toelaat. Het maximum is 400 leerlingen en dat blijft zo, zegt directeur Dick Harms.