Noorden wil doelgroepenvervoer en ov in elkaar schuiven

Om het platteland bereikbaar te houden, willen de provincies Groningen en Drenthe het doelgroepenvervoer en het kleinschalige openbaar vervoer samenvoegen.

Bij het doelgroepenvervoer gaat het om busjes die leerlingen naar speciaal onderwijs brengen en om regiotaxi's die gehandicapten en ouderen vervoeren. Dat is een WMO-taak die de gemeente betaalt.

Bij kleinschalig openbaar vervoer draait het om buurtbussen - al dan niet met vrijwilligers - die plattelandsbewoners van en naar het buitengebied rijden. De provincie heeft het hierbij voor het zeggen en gaat ook over het geld.

Meer aanbieders per rit

In de nieuwe opzet is het niet langer vanzelfsprekend dat een plattelandsbewoner het hele traject met één soort vervoer aflegt. Zo kan iemand die nu nog de hele rit met een regiotaxi maakt, straks wel nog steeds van huis worden afgehaald, maar die persoon wordt dan bij een bus- of treinstation afgeleverd.

Omgekeerd is ook mogelijk dat een ov-reiziger bij het doelgroepenvervoer instapt. Die nieuwe combinatie levert een bezuiniging van zo'n 5 procent op. Voorzitter Frits Alberts van de kerngroep Publiek Vervoer zegt tegen RTV Drenthe: "Dat lijkt niet veel, maar op het totaalbudget dat provincies en gemeenten aan vervoer uitgeven is het heel veel."

Een andere optie om het platteland bereikbaar te houden is meer vormen van een ov-taxi aanbieden. De plannen moeten ingaan in 2018.