Nederlandse basisscholieren scoren lager met rekenen en biologie

Nederland is op de internationale ranglijst met gemiddelde prestaties van basisscholen op het gebied van rekenen en natuuronderwijs afgezakt tot de laagste positie in twintig jaar tijd. Dat blijkt uit Trends in International Mathematics and Science Study, een wereldwijd onderzoek onder kinderen uit groep zes dat sinds 1995 vierjaarlijks wordt gehouden.

Bijna alle leerlingen in Nederland scoren wel een voldoende voor de exacte vakken, maar de verschillen tussen sterke en zwakke leerlingen zijn niet groot.

Noord-Ierland, Rusland en Noorwegen doen het wereldwijd het beste op het gebied van rekenen. Nederland komt op plaats zestien van de 48 deelnemende landen. Op het gebied van natuuronderwijs zijn de Nederlandse kinderen goed voor plaats 23. Singapore staat op nummer één.

In Nederland zijn er weinig uitblinkers. Vier procent van de basisschoolkinderen excelleert in rekenen en drie procent in vakken als biologie en natuurkunde. In bijvoorbeeld Engeland en Vlaanderen blinkt tien procent van de kinderen uit.

Minder experimenten en proefjes

Staatssecretaris Dekker van Onderwijs vindt dat Nederland een inhaalslag moet maken. "Op zich is het een prestatie van formaat dat we erin slagen om een goed niveau te bereiken met leerlingen die minder makkelijk meekomen, maar we doen kinderen die meer aankunnen tekort."

Uit het onderzoek blijkt ook dat leerkrachten het gevoel hebben dat ze het minst toegerust zijn in natuur- en scheikunde. Dat uit zich onder meer in minder experimenten en proefjes in de klas dan bij juffen en meesters in het buitenland.

Daarnaast is de prestatiegerichtheid in groep zes in Nederland in vergelijking met andere landen laag. Leerlingen worden niet voldoende uitgedaagd om het beste uit zichzelf te halen.

Dekker wil dat leraren en wetenschappers gaan onderzoeken wat de dieperliggende oorzaken zijn van de resultaten uit het onderzoek.