The Rolling Stones in New York
NOS NieuwsAangepast

The Rolling Stones eren hun roots met Blue & Lonesome

  • Jeroen Wielaert

    Verslaggever

  • Jeroen Wielaert

    Verslaggever

In de Londense straat Edith Grove stond heel het rommelige huishouden in het teken van de blues, de vroege jaren zestig. Mick Jagger en Keith Richards waren nog arme jongens, beginnelingen. In hun flat in de Londense wijk Chelsea luisterden ze onophoudelijk naar de platen van Amerikaanse helden als Chuck Berry en Muddy Waters. Met Brian Jones leerden ze hun muziek na te spelen.

Meer dan vijftig jaar later en miljoenen dollars rijker, keren ze terug naar die tijd met hun nieuwe plaat Blue & Lonesome. Een ode aan oude meesters met louter covers.

The Rolling Stones zijn, in vernieuwende zin, niet relevant meer voor de huidige popmuziek. Ze blijven wel onnavolgbaar in het beheer van het blues-erfgoed. Nu doen ze iets nieuws met iets ouds: het naspelen van de elektrische blues die halverwege de jaren vijftig begon op te klinken in Chicago. Net als in 1964, met hun debuutplaat The Rolling Stones die tien covers bevatte, om te beginnen met Route 66.

Waar we van hielden

De heren gaven er vroeg deze herfst uitleg over in het Four Seasons Hotel in Beverly Hills. Mick Jagger vertelde te beseffen dat de invloed van de blues is afgenomen, terwijl het een fundament van de popmuziek blijft. Tegen verslaggever Jon Pareles van The New York Times zei Jagger: "De muzieksmaak is veranderd. Wat nu opwindend is, is niet meer hetzelfde als toen. In de blues steekt nog veel goeds. Voor mij is dit een eerbetoon aan al die mensen waarvan we hielden toen we jongens waren."

Het begon allemaal als een speels tussendoortje bij de voorbereiding voor een nieuwe plaat. In de herfst van 2015 stuurde Richards aan zijn gabber Ron Wood een mailtje met de suggestie om het oude nummer Blue and Lonesome maar eens in te studeren. Met zijn karakteristieke giecheltje legde Richards uit: "Het is een leuk toeval, alsof we opdracht kregen van een of ander hoger wezen…"

Co-producer Don Was zag het anders: “Als Keith zoiets zegt, is er een reden voor. Ik denk niet dat hij echt doelde op een nieuwe bluesplaat. Het ging meer over de grondslag die Blue and Lonesome kon zijn voor nieuw werk.”

Richards: “Ik zei tegen Ronnie: laten we even wachten met dat nieuwe spul en eerst wat uitproberen, de ruimte opwarmen. Dus speelden we Blue and Lonesome. Mick komt binnen en zegt: laten we Howlin’ Wolfs Commit a Crime doen. En zo ging het verder. Zonder plan, zonder aansporing. Mick sprong plotseling op de trein waar hij zo goed in is. Ik dacht alleen maar: rol maar door, rol maar door.”

De ongekunstelde opnamen in de British Grove Studio’s in West-Londen duurden drie dagen, december 2015. Jagger had het allemaal op zijn iPod staan, werk van reuzen als Howlin’ Wolf, Jimmy Reed en Little Walter.

Wat we het beste kunnen

Drummer Charlie Watts verzuchtte: "Deze plaat is wat ik altijd wilde voor de Stones. Het is wat we het beste kunnen en wat we deden toen we voor het eerst bijeen kwamen."

Het ging Jagger in zijn keuzen om sfeer en verschillende tempo’s, maar ten eerste om het gevoel. "Het moet je nog steeds raken, opwinden. Het pulseert op een heel vreemde manier. Het zwenkt, het is dynamisch." Uiteindelijk sprak hij over de plaat als een ‘oefening in sprezzatura’, de Italiaanse term voor het nonchalant verborgen houden van vakkundige uitvoering.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl