World League moet waterpoloërs naar hoger niveau tillen
Enkele jaren geleden gaf niemand nog een cent voor de Nederlandse waterpoloploeg. Waar de vrouwen schitterden met het olympisch goud van 2008, vertoefden de mannen voornamelijk in de schemerzone.
Onder leiding van succescoach Robin van Galen, de trainer van het gouden vrouwenteam, sloegen de mannen drie jaar geleden een nieuwe weg in die langzamerhand z'n vruchten begint af te werpen.
De Olympische Spelen van Rio de Janeiro werden in april nog gemist, nadat Oranje op het olympisch kwalificatietoernooi had verloren van Frankrijk. Nog geen man overboord, want spelen in Rio zou een extraatje zijn geweest. Het uiteindelijke doel van de mannen van Van Galen zijn de Spelen van Tokio in 2020.
Om daar te komen doet Oranje dit seizoen mee aan de sterk bezette World League, waarin uitgerekend Frankrijk dinsdag de eerste tegenstander was. Oranje won nipt met 11-10.
De World League is competitie op hoog niveau waar de Nederlandse mannen veel aan hebben. Zo kan de ploeg zich structureel meten met de wereldtop en leren omgaan met druk. In de aanloop naar Rio de Janeiro was het niveau te hoog voor de Nederlandse mannen en ook financieel gezien was het niet altijd even makkelijk.
Gelukkig is dat nu anders. "We hebben met sponsoring geld bij elkaar gekregen zodat we dit jaar mee kunnen doen", vertelt Van Galen. "We hebben een jonge ploeg met allemaal jongens die in het buitenland spelen. Naast veel trainen, moeten ze ook veel wedstrijden spelen. Daarom is dit ideaal voor ons."
Hoopvolle toekomst
Met het oog op de toekomst ziet het er goed uit voor Van Galen en zijn mannen: steun van sportkoepel NOC*NSF lonkt zelfs. "We hebben goede plannen gepresenteerd. Niet alleen over hoe we komend jaar gaan invullen, maar ook over de komende vier jaar en de jaren daarna", is hij hoopvol.
"Ik heb er vertrouwen in dat zij zien wat wij de afgelopen drie jaar op eigen kracht bereikt hebben. Het zou heel fijn zijn als zij mee gaan duwen in onze missie naar Tokio, maar ook de jaren daarna."