Vervuilend China neemt voortouw in klimaatdebat
In de Marokkaanse stad Marrakech spreken de betrokken ministers vandaag over hoe het klimaatakkoord van Parijs moet worden uitgewerkt. Nu klimaatscepticus Donald Trump is gekozen als president van de Verenigde Staten, neemt China het voortouw. Het land waarschuwde Trump vorige week al niet tegen de wil van de hele planeet in te gaan door de VS terug te trekken.
China blokkeerde in het verleden vaak klimaatakkoorden, omdat het van mening was dat het land - net als het westen - recht had op economische ontwikkeling en dus de daarbij horende milieuverontreiniging. Maar die tijd is voorbij. De verstikkende smog in de grote steden is niet meer te ontkennen en dus investeert het land stevig in groene energievormen.
Op uitgestrekte vlaktes en steppen worden zonnepanelen en windturbines geïnstalleerd om de doelstelling van de Chinese president Xi Jinping te halen: in 2030 moet twintig procent van de energievoorziening uit non-fossiele bronnen komen.
Een van die uitgestrekte windmolenparken ligt in de westelijke provincie Xinjiang, tegen de Kazachse grens aan. Dabancheng, een ruig en vrijwel onbewoond gebied waar de kamelen nog in het wild tussen de 1500 hypermoderne turbines lopen. Windturbine-gigant Goldwind heeft hier het grootste windturbinepark van China gebouwd.
Het bedrijf is de nummer één turbineproducent ter wereld. Vorig jaar nam het de eerste plaats over van het Deense Vestas en passeerde het ook het Amerikaanse General Electric. De afgelopen acht jaar bouwde Goldwind windenergieprojecten in vijftien landen over de hele wereld, waarmee het nu meer dan één Gigawatt (GW) aan capaciteit opwekt.
Voorzitter van de raad van bestuur is Wu Gang. Hij herinnert zich in een recent interview hoe hij in de jaren 80 een klein experimentje begon samen met wat Nederlanders en hoe dat experiment nu het windpark Dabancheng is.
Maar ook al heeft China nu de beschikking over ongeveer een derde van de totale windenergiecapaciteit ter wereld (en de VS slechts zeventien procent), toch wordt de opgewekte windenergie veel minder gebruikt dan in diezelfde VS.
Als het percentage stroom is bereikt, zetten we de turbines uit.
Ook in Dabancheng staan veel windturbines stil. Volgens Goldwind-manager Chen Feng is het een logistiek probleem. De meeste windmolenparken staan in verlaten streken, waar veel minder energie nodig is dan in de grote steden aan de oostkust.
Maar de windparken zijn nog niet aangesloten op een netwerk naar het Oosten. "Windenergie is een energievorm die we niet kunnen opslaan", zegt Chen Feng. "Het staatselektriciteitsnetwerk neemt maar een bepaald percentage stroom van ons af en als dat percentage bereikt is, zetten we de turbines uit."
Volgens Yuan Ying van Greenpeace heeft het ook een politieke reden dat lokale overheden niet staan te juichen over te gaan op groene energievormen. "Ze beschermen de kolenmijnen, die werk verschaffen aan duizenden mijnwerkers. Als die allemaal hun baan verliezen kan dat tot onrust onder de bevolking leiden en daar willen lokale leiders niet verantwoordelijk voor zijn."
Nog steeds komt in China meer dan zeventig procent van de energie uit steenkolen. Het is goedkoper en het houdt meer mensen aan het werk. Ook in Xinjiang, waar de kolen nog in manden op de ruggen van kamelen worden vervoerd.