Vlucht MH370 stortte neer toen brandstof op was
Vlucht MH370 van Malaysia Airlines stortte in 2014 neer toen de brandstof op was. En de piloten hebben toen niet ingegrepen. Dat blijkt uit onderzoek van vleugeldelen door de Australische autoriteiten. Bij de vliegramp kwamen alle 239 passagiers en bemanningsleden om het leven.
De Boeing 777 was op weg van Kuala Lumpur naar Peking, maar verdween ver van die vliegroute boven de Indische Oceaan van de radar. De ramp geldt als een van de grootste mysteries in de luchtvaartgeschiedenis; nog steeds is het toestel met de slachtoffers niet gevonden.
Wel zijn meer dan twintig mogelijke wrakstukken aangespoeld langs de Afrikaanse kust en op de eilanden Madagaskar, Mauritius, Réunion en Rodrigues, zoals delen van de vleugels. Doordat het toestel snel neerstortte, hoeft volgens de onderzoekers niet te worden gezocht in een groot gebied.
Volgens de Australische onderzoeksleider maakte het toestel van Malaysia Airlines een duikvlucht toen de kerosine op was. De bemanning greep niet in om die landing te verzachten door bijvoorbeeld de welvingskleppen (flaps) in de vleugels uit te schuiven.
Uit onderzoek van zo'n aangespoelde klep (.pdf) blijkt dat dit waarschijnlijk niet is gebeurd. De onderzoekers zeggen dat de schade die ze aantroffen op het wrakstuk moet zijn ontstaan toen de klep nog in de vleugel zat.
"U kunt zelf de conclusie trekken of dit betekent dat iemand de controle had", zei de onderzoeksleider bij de presentatie van zijn rapport. Volgens onderzoekers kan het zijn dat de piloten niet alert waren, niet bij kennis waren of "niet van plan waren om veilig te landen".