Gratis bellen in het buitenland kan toch geld kosten

Gratis bellen in het buitenland kan ons wel degelijk geld gaan kosten. Daarvoor waarschuwen veertien Europese landen, waaronder Nederland. Ze vrezen dat de kosten voor 'gratis roaming' uiteindelijk toch aan de consument worden doorberekend. Vandaag praten ze erover in Brussel.

De Europese Commissie maakte in september bekend dat telefoonmaatschappijen vanaf de volgende zomer geen extra kosten meer mogen rekenen voor bellen in het buitenland. Onder elkaar mogen maatschappijen dat wel, maximaal 8,70 euro per gigabyte. Als een Nederlander met een KPN-abonnement dan in Spanje op vakantie een gigabyte aan data verbruikt, betaalt KPN 8,70 euro aan bijvoorbeeld Movistar.

Werkelijke kosten

Veertien landen willen het voorstel van de Europese Commissie veranderd zien. Zij zeggen dat het maximumtarief van 8,70 euro per gigabyte omlaag moet. De werkelijke kosten die maatschappijen maken om buitenlanders in hun land te laten bellen zouden ook veel lager zijn.

Vooral kleinere telefoonmaatschappijen die maar in één land actief zijn, worden het slachtoffer van de regels zoals ze nu zijn opgesteld. Die maatschappijen moeten dure minuten en megabytes kopen in het buitenland. Grote spelers als Vodafone hebben een netwerk in bijna alle Europese landen. Zij hoeven de minuten en bytes dus niet van een ander te kopen en hebben geen last van hoge maximumtarieven.

Kosten doorberekenen

Nederland vreest dat maatschappijen de kosten die zij maken, zullen doorberekenen aan hun klanten door de abonnementsprijs te verhogen. De consument betaalt dan weliswaar geen roamingkosten meer, maar is in totaal niet goedkoper uit.