Johan Cruijff begripvol en venijnig in biografie
Als Johan Cruijff sprak, dan hing de wereld aan zijn lippen. Dat geldt ruim een half jaar na zijn overlijden nog steeds. "Ik werd niet altijd begrepen. Maar goed, Rembrandt en Van Gogh werden ook niet begrepen."
Donderdag wordt de internationale editie van de door De Telegraaf-journalist en vertrouweling Jaap de Groot opgetekende autobiografie Johan Cruijff. Mijn Verhaal gepresenteerd in Londen.
In het boek loopt Cruijff door zijn leven en loopbaan. Een leven dat al zo rijk gedocumenteerd was in kranten en tijdschriften, boeken, documentaires, series en vooral met veel bewegende voetbalbeelden.
Mild en begripvol
Wie gehoopt had op nieuwe inzichten of schokkende bekentenissen, komt bedrogen uit. De man die tijdens zijn leven zelden een blad voor de mond nam, toont zich in het boek mild en begripvol. Voor vertrouwelingen die hem teleurstelden zoekt hij naar verklaringen, met bestuurders die hem een loer draaiden, rekent hij genadeloos af.
Rinus Michels loopt als een rode draad door de autobiografie. De relatie begint al vroeg. Na de dood van zijn vader was het Rinus Michels die de jonge Cruijff naar de dokter bracht als het nodig was. "Hij was de man die er voor mij stond, toen ik hem als jonge knul echt nodig had."
Na zijn debuut werd Cruijff al snel de tactische vertrouweling van Michels. Samen loodsten ze Ajax naar de top van het Europese voetbal. Op Wembley wonnen ze de eerste Europa Cup met Ajax. Onder de Roemeen Stefan Kovacs voegde Cruijff er nog twee aan toe.
Stemming slaat om
Na de derde zege van de Europa Cup I in 1973 begonnen de troepen rond Cruijff te morren. Tijdens een trainingskamp in het Twentse De Lutte lieten de dienende spelers van Ajax zich gelden. Bij een stemming kozen ze Piet Keizer als nieuwe aanvoerder. Cruijff werd erdoor overvallen.
"Waterdragers werden champagnedragers", zegt Cruijff in het boek. Voor Cruijff voelde het als verraad. Dat zijn intieme vriend Keizer zich daarvoor leende, deed pijn. Het was voor Cruijff de reden dat hij naar Barcelona vertrok.
Barcelona
Tegenwoordig is FC Barcelona het hoogste voor een voetballer. In 1973 was dat heel anders. Dat Cruijff zijn oude trainer zou volgen leek niet onlogisch, maar Cruijff was niet eerste keus van Michels bij Barcelona in 1973. Michels wilde Der Bomber Gerd Müller.
En dan was er nog het mondeling akkoord dat het Ajax-bestuur had met Real Madrid. Toen Cruijff en zijn schoonvader Cor Coster met Barcelona rond de tafel zaten, liet Real weten ‘ieder bod te overtreffen’. Tevergeefs.
Cruijff vertrok en kreeg bij wijze van afscheid ‘giftige beesten opgestuurd’. "Maar het ergste", aldus Cruijff, "was dat Ajax mijn moeder een mindere plek gaf in het stadion, achter een paal."
En toen Cruijff eenmaal in Spanje getekend had, mocht hij de eerste twee maanden niet spelen, omdat de KNVB geen speelvergunning verleende.
Eenmaal speelgerechtigd maakte Cruijff de verwachtingen meer dan waar. Een week na de geboorte van Jordi - die op instigatie van Michels voortijdig ter wereld kwam - boekte Barcelona een historische overwinning in Madrid op Real (0-5).
Met Cruijff werd FC Barcelona in 1974 voor het eerst in jaren kampioen. Het hoogtepunt moest echter nog komen.
WK 1974: zwembadaffaire
De coup van De Lutte had zijn weerslag op het WK in 1974. De verhouding tussen Cruijff en de Ajax-spelers was nog altijd niet goed. "Ik zag ertegenop", stelt Cruijff. De aanstelling van Michels als technisch supervisor voor het toernooi in West-Duitsland gaf de doorslag.
Het WK werd een grote roes, waarin het totaalvoetbal van Oranje de televisiekijkers in de hele wereld op het puntje van de stoel bracht. De wedstrijd tegen Brazilië benaderde de perfectie, aldus Cruijff.
De wereldtitel lag voor het grijpen, maar een verhaal in Bild Zeitung over naakte vrouwen in het hotelzwembad gooide roet in het eten. Zo gaat het verhaal.
"Volledige flauwekul", stelt Cruijff. Reservespelers roddelden dat Cruijff voor de finale urenlang met Danny aan de telefoon hing. "Danny zat toen in ons tweede huis in de bergen bij Andorra, op een plek waar nog geen telefoonverbinding was. We konden daarom met geen mogelijkheid contact met elkaar krijgen. Pas na de finale heb ik voor het eerst weer met haar gesproken."
Waar de nederlaag dan wel aan lag? "Als we maar vijftig procent tegen ze hadden opgekeken zoals dat met Brazilië het geval was geweest, dan had het waarschijnlijk allemaal in ons voordeel gewerkt. Een kwestie van hoogmoed komt voor de val."
WK 1978: ontvoering was reden thuisblijven
Vier jaar later schitterde Cruijff door afwezigheid bij het WK in 1978. Het waarom bleef decennialang duister. Zelfs tegen bondscoach Ernst Happel liet Cruijff niet het achterste van zijn tong zien.
Dertig jaar later vertelde hij voor het eerst waarom hij thuisbleef en nu herhaalt hij die woorden. In 1977 ontsnapten Johan en Danny aan een ontvoering, toen een indringer met geweer het huis van Cruijff in Barcelona binnendrong. Cruijff werd vastgebonden, maar Danny wist te ontsnappen, waarop de indringer overmeesterd kon worden. Daarna was er nog maanden permanente politiebewaking (zes maanden lang sliepen er agenten in de woonkamer). "Als je dan vier tot zes weken naar het buitenland gaat en je gezin in de steek laat, ben je niet goed bij je hoofd."
Het probleem was dat Cruijff van de politie onder geen beding over het incident mocht praten. Hij zag de finale van het WK 1978 in de studio van de BBC als gastcommentator. Zou Oranje hebben gewonnen als Cruijff erbij was geweest? "Ik denk het eerlijk gezegd wel."
Afscheid
Cruijff stopte in 1978 ("ik had altijd in mijn hoofd dat ik op 31-jarige leeftijd zou stoppen, geen idee waarom"), maar maakte kort daarna uit geldzorgen zijn comeback in de North American Soccer League.
In de VS keek Cruijff zijn ogen uit en vormde hij zijn ideeën over hoe een voetbalclub bestuurd moest worden. In 1980 ontdekte hij de toekomstig toptrainer in zichzelf toen hij als tijdelijk adviseur bij Ajax van de tribune in De Meer afdaalde om trainer Leo Beenhakker van adviezen te voorzien. "Ik denk dat ik nu weer hetzelfde zou doen."
Maar Cruijff was nog niet klaar als speler. Hij werd nog drie keer landskampioen met Ajax, bouwde een riant pensioen op met een slim premiestelsel waardoor hij elk duel een deel van de recettes kreeg en kwam daardoor in conflict met het bestuur.
Hij vertrok naar aartsrivaal Feyenoord ("een supertijd, een feest") en werd daar kampioen. Rancune was geen drijfveer, aldus Cruijff, al doet het volgende anders vermoeden: "Ik zal jullie eens wat laten zien. Dat lukte, en niet zo’n beetje ook."
Michels en de diplomaterreur
Naar eigen zeggen beschikte Cruijff over het ‘totale overzicht’, dus was het logisch dat hij ook een uitstekende trainer zou zijn. Die kans kreeg hij bij Ajax, maar eerst moest hij wel de strijd tegen de ‘diplomaterreur’ van de KNVB aangaan.
In samenspraak met Rinus Michels, toen technisch directeur in Zeist, schreef Cruijff een brief aan de KNVB, waarin hij een compromis voorstelde om zijn trainerspapieren in een verkorte cursus te behalen.
De voetbalbond zond zelfs spionnen naar Amsterdam-Oost om te controleren of ‘technisch directeur’ Cruijff zich niet te veel met de training bemoeide. Pas na de winst van de Europa Cup II schonk de KNVB hem zijn trainersdiploma.
WK 1990: gemis
In 1990 voorkwam Michels hoogstpersoonlijk dat Cruijff bondscoach van Oranje werd bij het WK in Italië. "Het enige wat ontbreekt is het bondscoachschap. Dat voel ik ook als het enige echte gemis in mijn carrière. Naarmate ik ouder word zit het me ook steeds minder lekker dat ik in 1990 door Rinus Michels gepasseerd ben om het Nederlands elftal tijdens het WK te coachen."
"Met Michels is het later weer goed gekomen, maar het blijft zuur dat ik iets heel bijzonders niet heb kunnen doen. Misschien is het jaloezie geweest, wie zal het zeggen?"
Dream Team
Cruijff was in 1988 opnieuw met een conflict vertrokken uit Amsterdam en bouwde in Barcelona aan zijn Dream Team. Hij was van alle markten thuis en maakte er zelfs een gewoonte van om operaties bij spelers (in de operatiekamer) bij te wonen.
Ook in zijn glorietijd bij Barcelona - vier landstitels op rij, vier Europese finales waarvan er twee gewonnen werden (Europa Cup I en II, allebei tegen Sampdoria) - kwam Cruijff in aanraking met de hand van Michels. Die voorkwam namelijk dat Ronald Koeman het kampioenschap van Barcelona mocht vieren, door hem op te roepen voor een oefeninterland met Oranje. ("Wie doet zoiets? Michels!")
Van Basten
Ook de rumoerige laatste jaren die in het teken stonden van de Cruijff-revolutie bij Ajax komen uitvoerig aan bod. Het verzet van zijn vroegere protegé Marco van Basten deed waarschijnlijk het meeste pijn. Als trainer in 2008 hield Van Basten de hervorming van de jeugdopleiding tegen. En ten tijde van de Cruijff-revolutie stemde hij in om directeur te worden zonder het Cruijff-kamp te raadplegen.
In het boek zoekt Cruijff naar een verklaring: "Ik ben natuurlijk wel de man geweest die hem aan het begin van zijn carrière met een dubieuze enkel toch liet voetballen tegen FC Groningen. De wedstrijd waarin zijn blessure zo zou verergeren dat hij jaren later vervroegd zijn carrière moest afsluiten. Ik heb geprobeerd me in hem te verplaatsen en heb steeds meer begrip gekregen voor het feit dat hij me later niet meer in alles wilde volgen. Een soort van wraak voor die ene keer dat hij zich wel door mij liet overhalen die wedstrijd te spelen, waardoor zijn carrière heel nadelig beïnvloed zou worden."
Eeuwige strijd tegen bestuurders
Die empathie geldt niet voor een heel rijtje bestuurders, die zonder kennis het voetbal aan gruzelementen helpen. Verschillende Ajax-bestuurders (Ton Harmsen, Arie van Eijden, Hans Weijer, Leo van Wijk, Theo van Duivenbode en Hennie Henrichs) krijgen onder uit de zak. Ook voor Barcelona-voorzitters Josep Núñez (bankrover) en Sandro Rosell heeft Cruijff geen goed woord over.
En dan is er nog de raad van commissarissen van Ajax, waarmee hij vier jaar lang een verbeten loopgravenoorlog uitvocht. Bij Ajax hebben bestuurders de overhand, concludeert Cruijff. Hij heeft dat niet kunnen veranderen.
"Ik heb gewoon gedaan wat ik voor iedereen het beste vond. Zowel bij Barcelona als bij Ajax. Gelukkig is het bij Barcelona wel gelukt."