Vijf Tsjetsjenen voor de rechter, maar wie gaf opdracht tot moord?

In Moskou is het proces van start gegaan tegen de verdachten van de moord op oppositiepoliticus Boris Nemtsov, vorig jaar februari. Het gaat om vijf Tsjetsjenen, die alle beschuldigingen ontkennen. Ze worden ervan verdacht Nemtsov tegen betaling te hebben doodgeschoten op een brug die enkele honderden meters van het Kremlin en het Rode Plein ligt.

De liberale Nemtsov was onder meer vicepremier in de jaren 90 en een uitgesproken criticus van president Poetin. Vlak voor zijn dood noemde hij die in een radio-interview nog een pathologische leugenaar. Nemtsov was uiterst kritisch over de corruptie in Rusland en de Russische betrokkenheid bij het conflict in Oekraïne.

De familie van Nemtsov vreest dat degenen die opdracht gaven voor de moord nooit gevonden zullen worden. Hun advocaat wees er bij het begin van het proces op dat er helemaal geen beeldmateriaal van de moord is, ondanks de plaats van het misdrijf in het zwaar beveiligde regeringscentrum van Moskou, waar het wemelt van de bewakingscamera's.

Bij het proces gelden ook strenge veiligheidsmaatregelen. De verdachten werden binnengeleid door gewapende en gemaskerde mannen. Tijdens de rechtszitting zitten ze in een glazen kooi. De hoofdverdachte, Zaoer Dadajev, wordt ervan beschuldigd dat hij de dodelijke schoten heeft gelost. Hij zat bij een elite-eenheid van het leger van de pro-Russische Tsjetsjeense leider Kadirov.