Rutte probeert op valreep in Brussel nog iets voor elkaar te krijgen
Het is een half jaar na het Oekraïne-referendum. En de nee-stem lijkt zonder gevolgen te blijven, melden bronnen in Brussel. Wat gebeurde de afgelopen maanden allemaal na de uitkomst van het Oekraïne-referendum?
Premier Rutte reageerde op de avond van de uitslag voorzichtig. Op het moment dat nog niet zeker was of de drempel van 30 procent zou worden gehaald, zei hij dat een overtuigende tegenstem gevolgen zou moeten hebben.
Uiteindelijk werd de kiesdrempel op 6 april gehaald met een opkomst van 32 procent. 61 procent van de Nederlanders die hun stem uitbrachten, gaf aan tegen het verdrag te zijn. Rutte pleitte na de uitslag voor een stap-voor-stapaanpak. Kortom: praten, praten en nog eens praten. Hij verwachtte toen dat de gesprekken met de EU en Tweede Kamer maximaal twee maanden konden duren.
Dagvaarding
Een week later moest Rutte zich verantwoorden in een debat over het referendum. Hij beloofde dat als de gesprekken met andere EU-landen op niets uitlopen, het kabinet niet zou overgaan tot ratificeren van het verdrag.
Eind april zei Thierry Baudet, tegenstander van het verdrag en initiatiefnemer van het referendum, dat hij premier Rutte voor de rechter zou slepen. Hij vond dat Rutte de uitslag niet serieus nam en zei dat hij een dagvaarding de deur uit had gedaan. Website GeenStijl, dat de eerste aanzet gaf voor de komst van het referendum, plaatste een klok op de voorpagina met de aanschrijf: "Rutte negeert nu al ... dagen het 'nee' van 6 april."
Rutte zei dat hij voor de zomer met een officiële reactie van het kabinet zou komen. Die bleef uit.
Hij kaartte de kwestie namelijk eind juni aan, tijdens een etentje van de EU-leiders in Brussel. Daar werden de gevolgen van de brexit besproken, maar dus ook het referendum. Rutte zei dat hij extra tijd nodig had "om recht te doen aan de uitslag van het referendum". De Europese leiders gingen daarmee akkoord.
En zo had Rutte het in de zomer rustig wat betreft het Oekraïne-referendum.
Mensen hebben het gevoel genegeerd te worden.
Terug naar twee weken geleden. Op 20 september bleek uit onderzoek van EenVandaag onder 20.000 Nederlanders dat 60 procent geen begrip heeft voor het kabinet dat nog geen besluit heeft genomen over het referendum.
Twee dagen later, bij de Algemene Beschouwingen, vielen verschillende oppositiepartijen premier Rutte aan op datzelfde punt. Ze zijn bang dat hij de kwestie over de verkiezingen in maart heen wil tillen. "Mensen hebben het gevoel dat ze worden genegeerd", zei Kamerlid Bontes.
D66, dat campagne voerde vóór het verdrag, vond het ook tijd voor duidelijkheid. "Dan weten de tegenstanders tenminste wat het gevolg is van hun nee-stem", zei fractievoorzitter Pechtold. Volgens hem treuzelt Rutte, en dat is slecht voor het vertrouwen in de politiek.
De Tweede Kamer wil dat het kabinet voor 1 november met een antwoord komt op de uitslag. Rutte antwoordde dat hij nog wil onderhandelen in Brussel.
Nu bevestigen bronnen in Brussel het vermoeden van Rutte: Nederland vindt in Europa geen steun voor het aanpassen van het Oekraïne-verdrag.