Graspieper troeft vink en spreeuw af op trekvogelteldag

Op de jaarlijkse landelijke trekvogelteldag is de graspieper het vaakst geteld. Dat is een primeur, zegt de Vogelbescherming. Niet eerder stond deze vogel op één.

In totaal werden meer dan honderdduizend graspiepers geteld, door duizenden tellers op 150 locaties. Op twee staat de vink, op drie de spreeuw.

Er werden bij elkaar meer dan 320.000 vogels gesignaleerd, en meer dan 175 soorten. De Vogelbescherming zegt dat de zwakke wind uit het zuiden invloed had op de 'uitslag'. Vogels afkomstig uit Noord-Europa hadden tegenwind: "Dat zorgt ervoor dat met name kleine vogels als graspieper en vink laag vliegen en dus vaak worden gezien."

Tegenwind

Door de wind zaten er veel kleine vogels in de top-10. Behalve de graspieper en de vink ook de kneu en boerenzwaluw. "Graspiepers en andere kleine vogels zijn niet de beste vliegers en bij lichte tegenwind vliegen ze al snel een stuk lager", analyseert de Vogelbescherming. De hoge notering van de graspieper kan ook worden verklaard doordat veel van deze vogels juist nu aan het trekken zijn.

Voorgaande jaren bezette de spreeuw veelal de nummer-1-positie. Veel spreeuwen in noordelijkere delen zijn door het mooie weer nog niet begonnen aan hun trek.

De zeldzaamste waarneming was een alpengierzwaluw bij Leusden. Die is afkomstig uit de bergen van Zuid-Europa en vermoedelijk verdwaald.