Kalfsvlees is gewild bij Amerikanen die een beetje op de lijn letten
NOS NieuwsAangepast

Na twintig jaar weer Nederlands kalfsvlees naar Amerika

Het zal nog enkele weken duren, maar dan is er weer Nederlands kalfsvlees te koop in de Verenigde Staten. Na een boycot van twintig jaar zijn de eerste containers met Nederlands kalfsvlees vertrokken vanuit de haven van Rotterdam. Voor de Nederlandse kalverhouders betekent het dat er weer een belangrijke afzetmarkt is teruggewonnen.

Eurocommissaris voor Landbouw Phil Hogan en staatssecretaris Martijn van Dam (Economische Zaken) hebben de containers met kalfsvlees uitgezwaaid in Rotterdam. Nederland is met ruim 1,4 miljoen geslachte kalveren de grootste exporteur van kalfsvlees ter wereld.

Tot nu toe gaat het kalfsvlees vooral naar Zuid-Europese landen, maar door de economische crisis viel de omzet tegen. En in Nederland loopt de vleesconsumptie licht terug. Heropening van de Amerikaanse markt is volgens de sector dan ook hard nodig. In de Verenigde Staten en Canada verwacht de sector jaarlijks voor zo'n 80 miljoen euro kalfsvlees te kunnen afzetten.

Italiaanse restaurants

"Dat zal met name vlees zijn voor de Franse en Italiaanse restaurants aan de Oost- en Westkust van Amerika", zegt Frans van Dongen, lobbyist van de Centrale Organisatie voor de Vleessector (COV). "Het is mager vlees en daar is veel vraag naar aan de Amerikaanse kust. Daar wonen de meeste consumenten die het belangrijk vinden om wat lichter te eten".

De oorsprong van de ban op het kalfsvlees begon in 1986 met het uitbreken van de hormoon-oorlog tussen de Verenigde Staten en Europa. De Europese Unie verbood de import van Amerikaans vlees omdat de Amerikanen hun dieren voedden met groeihormonen. De Amerikanen waren boos en kregen jaren later gelijk van de Wereldhandelsorganisatie (WTO), waarop de Amerikanen besloten tot een ban op Europees kalfsvlees.

Container met kalfsvlees is gunstig voorteken voor TTIP

"Dat was het eerste slot op de Amerikaanse markt", zegt Van Dongen. "Daar kwam de BSE-crisis later nog bij, eind jaren negentig. Door de gekkenkoeienziekte mocht er helemaal geen Europees rundvlees meer naar Amerika". In 2009 kwam er een oplossing voor de hormoonstrijd. De Verenigde Staten gingen akkoord om hormoonvrij vlees te exporteren naar Europa.

"Maar daarmee was de boycot nog lang niet voorbij", zegt Van Dongen. "Het heeft bloed, zweet en tranen gekost om de Amerikanen ervan te overtuigen dat het vlees uit Europa in orde is. Daarbij moest ieder land van de Europese Unie aantonen dat het de gekkenkoeienziekte had bestreden. Dat duurde bij sommige landen wat lang".

De sector ziet het einde van de boycot ook als een stimulans voor de moeizame onderhandelingen over het handelsverdrag TTIP. De Verenigde Staten en de Europese Unie proberen in dat verdrag een reeks afspraken te maken over vrije handel, maar stuiten daarbij op bezwaren over en weer. Het gaat daarbij vaak om producteisen en productiemethoden die anders zijn.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl