Van Riessen kiest definitief voor de fiets

Het was anderhalf jaar geleden bedoeld als een tijdelijk project, puur gericht op de Olympische Spelen van Rio de Janeiro, maar Laurine van Riessen blijft ook de komende vier jaar baanwielrenster. De Spelen van Tokio in 2020 zijn haar doel.

Daarmee is haar loopbaan als schaatsster voorbij. "Aan dat idee moet ik nog wel even wennen", bekent de 29-jarige Leidse die haar hoogtepunt op het ijs beleefde in 2010, toen ze in Vancouver olympisch brons veroverde op de 1.000 meter.

Keuze met pijn in het hart

"Het was een moeilijke beslissing om het schaatsen achter me te laten, want het is gewoon een supermooie sport en ik geloof ook echt nog wel dat ik het in me heb om iets moois te bereiken."

"Maar het was uiteindelijk ook juist een heel duidelijke keuze voor me, want ik wil niet nog twee keer een halve olympische cyclus meemaken. Dan heb je twee keer net niet genoeg tijd om echt goed te zijn."

Spectaculair debuut

Dat Van Riessen definitief kiest voor de fiets, komt vooral voort uit haar optreden tijdens haar eerste Zomerspelen, een maand geleden in Rio. Daar reed ze samen met Elis Ligtlee met een Nederlands record naar de vijfde plaats op de teamsprint.

En op de keirin werd de oud-schaatsster negende, tegelijkertijd gingen de beelden van haar spectaculaire ontsnapping aan een valpartij de hele wereld over.

Die goede prestaties, behaald na een relatief korte voorbereiding, doen Van Riessen beseffen dat zij de wereldtop op de wielerbaan kan aanvallen. "Ik voel dat er nog veel meer inzit."

"Voor Rio heb ik eigenlijk alleen maar geïnvesteerd in de teamsprint en nauwelijks in de keirin en individuele sprint. Dat ga ik de komende vier jaar wel doen en dan is het zeker mijn doel om in Tokio bij de besten te horen."