'Ruim 100.000 voortijdige sterfgevallen door bosbranden Indonesië'

De bosbranden in Indonesië hebben vorig jaar veel meer levens geëist dan tot nu toe werd aangenomen. Volgens onderzoek van de Amerikaanse universiteiten van Harvard en Columbia zijn er door de branden zo'n 100.300 mensen voortijdig om het leven gekomen. Officiële cijfers van de Indonesische overheid gaan uit van slechts 19 doden.

De onderzoekers hebben de voortijdige sterfgevallen als gevolg van het inademen van heel kleine roetdeeltjes berekend. Die deeltjes kunnen in de bloedbaan terechtkomen en vervolgens astma, beroertes, longziekten en hartziekten veroorzaken, waar mensen dan vervolgens aan zijn overleden.

De effecten van andere giftige stoffen in de rook zoals koolstofmonoxide, formaldehyde, waterstofcyanide en arsenicum zijn niet in het onderzoek meegenomen. Ook de schadelijke effecten voor zwangerschappen en kinderen zijn niet in de uitkomsten van het onderzoek terug te vinden.

Palmolie

Het onderzoek heeft de gegevens uitgesplitst naar de verschillende landen in de regio. In Singapore gaat het om 2200 doden, in Maleisië om 6500 en in Indonesië om 91.600.

De bosbranden in Indonesië zijn een jaarlijks terugkerend fenomeen. Regenwouden maken veelal plaats voor palmolieplantages en het jarenlang kappen en droogleggen van regenwoud maakt het gebied vatbaar voor branden.

Volgens Greenpeace is de palmolie-industrie verantwoordelijk. De milieu-organisatie wil dat de Indonesische overheid in actie komt. "Zij kunnen ontbossing en ontwatering van veengronden voor de aanleg van palmolieplantages tegengaan", zegt Greenpeace Nederland in een persbericht.