Oezbekistan en Japan naar halve finales

Oezbekistan heeft voor het eerst in de historie de halve finales van het toernooi om de Azië Cup bereikt. De door Vadim Abramov gecoachte ploeg won in de kwartfinales met 2-1 van Jordanië.

De Oezbeken waren verrassend eerste geworden in een groep met Qatar, China en Koeweit en in de tweede ronde moest ook Jordanië er aan geloven. Grote man was Oeloegbek Bakajev, die meteen na rust binnen drie minuten twee keer scoorde.

In de 57ste minuut bracht Bashar Bani Yaseen de spanning terug. Het uitvallen van keeper Ignatiy Nesterov, die voor rust enkele prima reddingen had verricht, was een nieuwe tegenslag voor Oezbekistan, maar Jordanië wist niet te profiteren. Vlak voor tijd miste Sanzhar Toersoenov nog een opgelegde kans op 3-1.

Japan schakelt gastland Qatar uit

Eerder op de dag bereikte Japan de halve finales, ten koste van gastland Qatar. De drievoudig winnaar speelde het laatste half uur met tien man, maar won desondanks op de valreep met 3-2.

De geboren Uruguayaan Sebastian Suria zette, op de rand van buitenspel, Qatar op 1-0, waarna Borussia Dortmund-speler Shinji Kagawa met een kopbal de ruststand van het enerverende duel op 1-1 bepaalde.

Japan was na rust sterker, maar kreeg na een kwartier een domper te verwerken: VVV-Venlo-verdediger Maya Yoshida kreeg rood en Fabio Montezine bracht uit de toegekende vrije trap Qatar op 2-1. Japan richtte zich echter op en kwam op 2-2 door Kagawa, die vlak voor tijd de buitenspelval ontweek en Masahiko Inoha de 3-2 liet maken.